ECLI:NL:GHARL:2016:9802
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak na terugwijzing door de Hoge Raad in een strafzaak betreffende schuldwitwassen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep na terugwijzing door de Hoge Raad. De verdachte was eerder door de rechtbank Arnhem op 22 december 2011 veroordeeld voor het uit de opbrengst van enig goed voordeel trekken en medeplegen van schuldwitwassen. Het hof heeft in een eerder arrest van 4 februari 2013 de verdachte voor feit 1 vrijgesproken en voor feit 2 veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren. Zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie gingen in cassatie tegen dit arrest. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof, maar alleen wat betreft de beslissingen ter zake van feit 2, en verwees de zaak terug naar het hof voor herbeoordeling.
Tijdens de zitting op 22 november 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een taakstraf van 100 uren vroeg. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. K.A. Krikke, heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs was voor de schuldwitwassen. Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om te concluderen dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de door hem en zijn vriendin meegenomen geldbedragen afkomstig waren van enig misdrijf. Het hof heeft daarom de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit 2.
De uitspraak van het hof is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. De zaak is behandeld met inachtneming van de relevante processtukken en de eerdere uitspraken van de Hoge Raad.