Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaar van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de waardevaststelling van een patiowoning door de heffingsambtenaar van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van € 249.000 per waardepeildatum 1 januari 2013 en de bijbehorende onroerendezaakbelasting. De rechtbank Overijssel had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging.
Het Hof heeft de bevoegdheid van de heffingsambtenaar om de waarde vast te stellen en de aanslag op te leggen, beoordeeld aan de hand van de Gemeenschappelijke regeling en de relevante wetgeving. Het Hof concludeerde dat de heffingsambtenaar rechtsgeldig was aangewezen en dat de Gemeenschappelijke regeling op de juiste wijze bekend was gemaakt. De belanghebbende betwistte de hoogte van de vastgestelde waarde en voerde aan dat de vergelijkingsobjecten niet vergelijkbaar waren. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde aannemelijk had gemaakt en dat de vergelijkingsobjecten voldoende vergelijkbaar waren.
Daarnaast werd het gelijkheidsbeginsel besproken, waarbij het Hof oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat er sprake was van schending van dit beginsel. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen, en de belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in cassatie te gaan tegen deze uitspraak.