Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, [kind], die is geboren uit de relatie van de ouders, de moeder en de vader. De moeder heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, die op 28 juni 2016 heeft besloten dat [kind] bij de vader geplaatst moet worden. De moeder is van mening dat deze uithuisplaatsing niet noodzakelijk is en verzoekt om een deskundige te benoemen om de opvoedcapaciteiten van haar en haar stiefvader te onderzoeken. De GI, William Schrikker Stichting, en de vader verzetten zich tegen de verzoeken van de moeder en pleiten voor de continuïteit van de uithuisplaatsing bij de vader.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat de gronden voor de uithuisplaatsing van [kind] nog steeds aanwezig zijn. De moeder heeft onvoldoende aangetoond dat de situatie is veranderd en dat zij in staat is om [kind] een veilige en stabiele opvoeding te bieden. De vader heeft blijk gegeven van inzicht in de problematiek van [kind] en biedt hem een veilige omgeving. Het hof wijst het verzoek van de moeder om een deskundige te benoemen af, omdat dit in strijd zou zijn met het belang van [kind]. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter en wijst het meer of anders verzochte af.