Uitspraak
Ferwerda,
[verweerder],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 november 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Gebr. Ferwerda B.V. en [verweerder]. De kantonrechter had eerder op 24 februari 2016 de arbeidsovereenkomst ontbonden op g-grond, waarbij Ferwerda werd veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding en een billijke vergoeding aan [verweerder]. Ferwerda ging in hoger beroep, waarbij zij betwistte dat de kantonrechter de ontbinding op de juiste grond had gebaseerd en eiste dat de ontbinding op e-grond zou plaatsvinden. Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat de non-actiefstelling van [verweerder] een onnodige en overtrokken reactie was van Ferwerda, die ernstig verwijtbaar handelde door de inzet van verborgen camera's zonder de werknemers adequaat te informeren. Het hof bevestigde de toekenning van de transitievergoeding van € 4.356,- en de billijke vergoeding van € 15.000,-, en oordeelde dat Ferwerda in de proceskosten van [verweerder] moest worden veroordeeld. De zaak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om zorgvuldig om te gaan met privacykwesties en de rechten van werknemers, vooral bij het gebruik van cameratoezicht.