Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
invorderingsambtenaarvan de
gemeente Apeldoorn(hierna: de invorderingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. De zaak betreft de invordering van betekeningskosten van een dwangbevel dat aan belanghebbende is toegezonden. De invorderingsambtenaar van de gemeente Apeldoorn had € 1.911 aan betekeningskosten in rekening gebracht, wat door belanghebbende werd betwist. Belanghebbende had eerder bezwaar gemaakt tegen de aanslag leges van € 28.125, die verband hield met een ingetrokken aanvraag voor een omgevingsvergunning. De rechtbank oordeelde dat de betekeningskosten terecht in rekening waren gebracht, maar belanghebbende ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting op 11 oktober 2016 zijn beide partijen niet verschenen. Het Hof oordeelt dat de invorderingsambtenaar de betekeningskosten terecht heeft opgelegd, omdat belanghebbende de aanslag leges niet tijdig had betaald. Het Hof wijst erop dat de inhoudelijke bezwaren van belanghebbende tegen de aanslag leges buiten de wettelijke termijn zijn ingediend, waardoor deze niet in de procedure konden worden meegenomen.
Daarnaast oordeelt het Hof dat de aanmaningskosten ook terecht zijn opgelegd, omdat belanghebbende te laat bezwaar heeft gemaakt. Het verzoek van belanghebbende om een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase wordt afgewezen, omdat het bezwaar tegen de aanmaningskosten niet-ontvankelijk is verklaard. Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep gegrond, maar wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af. De proceskosten worden vastgesteld op € 248, en de invorderingsambtenaar wordt veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht.