ECLI:NL:GHARL:2016:9098

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 november 2016
Publicatiedatum
15 november 2016
Zaaknummer
005226-16
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van oproeping voor de raadkamer in hoger beroep inzake verlenging bevel gevangenhouding

Op 14 november 2016 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in Leeuwarden een vordering tot verlenging van het bevel tot gevangenhouding behandeld. De verdachte, geboren in 1985 en thans verblijvende in het PPC te Vught, was mondeling opgeroepen voor de behandeling van de vordering in de raadkamer. Deze nieuwe werkwijze is recentelijk ingevoerd. Echter, het hof constateerde dat de verdachte niet overeenkomstig de wet was opgeroepen. Er ontbrak een proces-verbaal of ander schriftelijk bewijs dat de mondelinge oproeping aan de verdachte was medegedeeld. Hierdoor werd de oproeping nietig verklaard.

De advocaat-generaal had op 31 oktober 2016 een vordering ingediend tot verlenging van de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding, dat oorspronkelijk was gegeven door de rechtbank Overijssel op 8 juni 2016. Het bevel was van kracht tot 23 november 2016, na een vonnis van de rechtbank op 23 september 2016. De verdachte en zijn raadsman, mr. R.W. van Faassen, waren niet in de raadkamer verschenen. Het hof heeft de advocaat-generaal gehoord en de wettelijke bepalingen omtrent de oproeping besproken.

Uiteindelijk heeft het hof in hoger beroep de oproeping nietig verklaard, wat betekent dat de procedure niet verder kon gaan zonder een geldige oproeping. Deze beslissing werd genomen in overeenstemming met de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering, die de vereisten voor oproepingen en mededelingen aan natuurlijke personen vastleggen.

Uitspraak

Parketnummer hoger beroep: 21-005226-16
Parketnummer eerste aanleg: 08-730281-16
14 november 2016

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

Locatie Leeuwarden
BEVEL VERLENGING GEVANGENHOUDING
Het hof heeft gezien de vordering van de advocaat-generaal d.d. 31 oktober 2016 strekkende tot verlenging van de geldigheidsduur van het bevel tot gevangenhouding van:

[verdachte] ,

geboren in 1985 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende in het PPC te Vught.
Dit bevel tot gevangenhouding is gegeven bij beschikking van de rechtbank
Overijssel d.d. 8 juni 2016. De rechtbank heeft vonnis gewezen op 23 september 2016 en het bevel tot gevangenhouding is derhalve, ingevolge het bepaalde in artikel 66, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, van kracht tot 23 november 2016.
De verdachte is niet in raadkamer verschenen. De raadsman van verdachte, mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle is evenmin in raadkamer verschenen.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal.

Overwegingen

De advocaat-generaal heeft in de raadkamer naar voren gebracht dat de verdachte niet schriftelijk maar mondeling is opgeroepen voor de behandeling van de vordering in de raadkamer. Deze werkwijze is onlangs ingevoerd.
Ingevolge het bepaalde in artikel 23, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) worden in de raadkamer het openbaar ministerie, de verdachte en andere procesdeelnemers gehoord, althans hiertoe opgeroepen, tenzij anders is voorgeschreven. Uit artikel 585, eerste lid, sub c Sv volgt dat de kennisgeving van gerechtelijke mededelingen als oproepingen aan natuurlijke personen kan geschieden door middel van een mondelinge mededeling. Het vierde lid van artikel 585 Sv vereist in dat geval dat de mondelinge mededeling zo spoedig mogelijk in een proces-verbaal of anderszins schriftelijk wordt vastgesteld.
Het hof is niet gebleken dat verdachte overeenkomstig de wet is opgeroepen voor de raadkamer van het hof. Bij de stukken bevindt zich niet een proces-verbaal of een ander geschrift waaruit blijkt dat de oproeping voor de raadkamer mondeling aan de verdachte is medegedeeld. De oproeping zal daarom nietig worden verklaard.

Beslissing

Het gerechtshof,
beschikkende in hoger beroep:
Verklaart de oproeping nietig.
Aldus gewezen op 14 november 2016 door mr. W.M. van Schuijlenburg als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. K. van der Meulen als griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier voornoemd.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
Leeuwarden,
de advocaat-generaal,