Uitspraak
USG,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
star brandsgenoemd. Hij kreeg per
1 januari 2014 ook de financiële eindverantwoordelijkheid voor twee andere onderdelen van USG, Creyf’s en Technicum. Sinds 2013 heeft USG diverse structuurwijzigingen meegemaakt, welke er onder meer in hebben geresulteerd dat [geïntimeerde] als Financieel Directeur van Unique niet meer rechtstreeks rapporteerde aan de twee leden van de Raad van Bestuur, de Chief Executive Officer (CEO) en Chief Financial Officer (CFO) van USG. In plaats daarvan moest [geïntimeerde] rapporteren aan een tussen de
star brandsen de Raad van Bestuur geplaatste Country Directie. USG is inmiddels overgenomen door het Japanse bedrijf Recruit Holdings CO, Ltd.
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering in het principaal appel
De kantonrechter heeft de belangen van partijen onjuist afgewogen. Zij heeft ten onrechte geoordeeld dat in verhouding tot het te beschermen belang van USG, [geïntimeerde] door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld. In verhouding tot het te beschermen belang van USG is het niet zo dat [geïntimeerde] onbillijk wordt benadeeld. De kantonrechter heeft de feiten onjuist gewaardeerd en ten onrechte de belangenafweging in het nadeel van USG laten uitpakken (r.o. 5.6).'
Ten onrechte oordeelt de kantonrechter dat het gevorderde verbod inclusief de gevorderde boete reeds uit de arbeidsovereenkomst tussen partijen volgt en dat USG dan ook feitelijk nakoming van de artikelen 15 en 16 van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst vordert. De kantonrechter oordeelt tevens ten onrechte dat de vordering in reconventie prematuur is ingesteld (r.o. 5.8).'
star brandals Unique er qua positionering in de organisatie op achteruit is gegaan. [geïntimeerde] heeft momenteel geen werk en is dus al enige tijd zonder inkomsten; hij heeft daarom groot belang bij een overstap naar Olympia, uiterlijk per 1 december 2016. Hij heeft geen uitzicht op een andere baan en stelt dat dat voor hem, gelet op zijn loopbaan en leeftijd, moeilijk zal worden, zeker buiten de uitzendbranche en op hetzelfde niveau. [geïntimeerde] wijst erop dat een aantal oud-collega’s van hem bij USG die in vergelijkbare functies werkten, wel mocht vertrekken met matiging dan wel schrapping van het concurrentiebeding.
star brands. Evenals de Financieel Directeuren van de andere
star brandsrapporteerde hij aan de Finance Country Director. De kennis van zeer vertrouwelijke rapporten over USG als geheel was voorbehouden aan het hoogste niveau: de Raad van Bestuur, Corporate Control en de Country Directie. In de Finance Board werd niet over alle
star brandsgesproken. Het door USG overgelegde procuratieschema zegt in dit verband ook weinig, ook omdat [geïntimeerde] zich niet bezig hield met het commerciële beleid. Zijn lidmaatschap van de Project Portfolio Board van USG betekent niet dat hij actuele kennis heeft over de IT-investeringen van USG. Die heeft hij niet, omdat hij al enige tijd niet meer is betrokken bij de allocatie van middelen en de beleidskeuzes ten aanzien van ICT van de nieuwe Country Directie en de nieuwe Raad van Bestuur.
consultancy agents.
star brandsvan USG. In die functie kon hij in het verleden rapporteren aan de Raad van Bestuur. Door de recente invoering van de landenstructuur binnen USG is er tussen de directies van de
star brandsen de Raad van Bestuur van USG een nieuwe managementlaag geschoven, de Country Directie, waardoor [geïntimeerde] nog verder van het bestuurlijk niveau binnen USG af kwam te staan. Als Financieel Directeur van Unique diende hij in deze nieuwe structuur aan de Country Directie te rapporteren en niet meer aan de Raad van Bestuur. De functie van CFO bij Olympia maakt dat [geïntimeerde] niet alleen op financieel gebied de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid zal krijgen, maar ook medeverantwoordelijk zal worden voor het strategisch beleid van Olympia. Het hof acht in deze procedure bovendien voldoende duidelijk geworden dat een dergelijke doorgroei of een andere wezenlijke positieverbetering voor [geïntimeerde] bij USG de facto, gelet op het feit dat functies met doorgroeimogelijkheden recentelijk aan anderen zijn vergeven, voorlopig niet mogelijk is.
6.Het voorwaardelijk incidenteel hoger beroep
7.De slotsom
€ 2.682,-(3 punten x tarief
€ 894,-)