Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
heffingsambtenaarvan de
gemeente Zeewolde, thans de heffingsambtenaar van het Samenwerkingsverband Meerinzicht(hierna: de heffingsambtenaar).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die de waarde van een vrijstaande woning aan de [a-straat] 21 te [Z] had vastgesteld op € 736.000. De heffingsambtenaar van de gemeente Zeewolde had eerder de waarde vastgesteld op € 759.000 op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De rechtbank had het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de waarde verlaagd. Belanghebbende is het niet eens met de inhoud van de woning zoals vastgesteld door de rechtbank en stelt dat deze inhoud 1.101 m³ moet zijn, terwijl de rechtbank en de heffingsambtenaar uitgaan van 1.193 m³. Het Hof heeft op 8 november 2016 uitspraak gedaan, waarbij het hoger beroep ongegrond werd verklaard. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak bij afzonderlijke beschikkingen moet vaststellen en dat eerdere vaststellingen geen invloed hebben op latere jaren. De rechtbank Zwolle-Lelystad had in 2007 een waarde vastgesteld die enkel betekenis heeft voor de belastingjaren 2005 en 2006. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten.