In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1979, was eerder veroordeeld voor vermogensdelicten en heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 22 september 2014, waarin hij werd veroordeeld voor een poging tot diefstal van fietsen. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op de zitting van 25 januari 2016, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van 1 week en de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 8 weken heeft gevorderd. Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte op 6 oktober 2013 in Hilversum heeft geprobeerd fietsen weg te nemen, maar dat de uitvoering van het misdrijf niet is voltooid. Het hof heeft de bewijsmiddelen beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen is. De verdachte is schuldig bevonden aan poging tot diefstal en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week. Daarnaast is de tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf gelast, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de beslissing op 8 februari 2016 uitgesproken.