Uitspraak
Noordpool,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
“dat het het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moge behagen om bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
onder zaaknummer 2110642 MC EXPL 13-6210 en het vonnis dat door de rechtbank Midden-Nederland op 24 september 2014 onder zaaknummer 2110642 MC EXPL 13-6210, tussen appellante als eiseres en geïntimeerde als gedaagde zijn gewezen, voor zover de vorderingen van appellante zijn afgewezen en deze vorderingen alsnog volledig toe te wijzen;
3.De vaststaande feiten
"Opdrachtbevestiging"en had de navolgende inhoud:
"Opdrachtbevestiging airconditioning t.b.v. uw woning"(verder ook te noemen "de brief d.d. 4 oktober 2012"). In deze brief staat onder meer vermeld:
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
De griefis gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat geen overeenkomst tot stand is gekomen tussen partijen. Met deze grief legt Noordpool het geschil in volle omvang aan het voor hof.
“betreft: opdrachtbevestiging airconditioning t.b.v. uw woning”, maar daar staat tegenover dat in de tekst van de brief wordt vermeld
“de navolgende aanbieding bij deze schriftelijk te bevestigen”,
"Deze offerte omvat"en de afsluitende woorden
“een passende aanbieding gemaakt”. Bovendien moest het stuk voor akkoord worden ondertekend. Het hof is van oordeel dat uit de inhoud van de brief d.d. 4 oktober 2012 volgt dat er sprake is van een offerte. Het feit dat de in oktober 2012 gebruikte bewoordingen afwijken van de in juni 2012 gebruikte bewoordingen, maakt het vorenstaande niet anders. Niet elke onderhandeling verloopt immers gelijk en de concrete situatie kan aanleiding geven voor het gebruik van andere bewoordingen en tekstuele aanpassingen.
6.De slotsom
€ 632,-(1 punt x tarief I)