ECLI:NL:GHARL:2016:8762
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Verstraaten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake oproeping en ontvankelijkheid van het hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 6 oktober 2015 een beroep van de betrokkene gegrond verklaarde en de beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie vernietigde. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. De gemachtigde verzocht tevens om vergoeding van kosten. De advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft beoordeeld of het hoger beroep ontvankelijk is. Volgens artikel 14, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) kan hoger beroep worden ingesteld als de opgelegde sanctie meer dan € 70,- bedraagt. In dit geval bedraagt de sanctie € 39,-, waardoor het hof oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De gemachtigde voerde aan dat de betrokkene geen uitnodiging voor de zitting van de kantonrechter heeft ontvangen. Het hof oordeelt dat indien er sprake is van schending van fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging, het appelverbod kan worden doorbroken. Het hof concludeert echter dat de uitnodiging aan de gemachtigde voldoende was en dat de betrokkene op de hoogte had moeten zijn van de zitting. Het beroep op doorbreking van het appelverbod wordt afgewezen.
Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld.