ECLI:NL:GHARL:2016:8762

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 november 2016
Publicatiedatum
1 november 2016
Zaaknummer
WAHV 200.179.015
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. van Schuijlenburg
  • M. Verstraaten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake oproeping en ontvankelijkheid van het hoger beroep

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 6 oktober 2015 een beroep van de betrokkene gegrond verklaarde en de beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie vernietigde. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. De gemachtigde verzocht tevens om vergoeding van kosten. De advocaat-generaal heeft geen verweerschrift ingediend.

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft beoordeeld of het hoger beroep ontvankelijk is. Volgens artikel 14, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) kan hoger beroep worden ingesteld als de opgelegde sanctie meer dan € 70,- bedraagt. In dit geval bedraagt de sanctie € 39,-, waardoor het hof oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

De gemachtigde voerde aan dat de betrokkene geen uitnodiging voor de zitting van de kantonrechter heeft ontvangen. Het hof oordeelt dat indien er sprake is van schending van fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging, het appelverbod kan worden doorbroken. Het hof concludeert echter dat de uitnodiging aan de gemachtigde voldoende was en dat de betrokkene op de hoogte had moeten zijn van de zitting. Het beroep op doorbreking van het appelverbod wordt afgewezen.

Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld.

Uitspraak

WAHV 200.179.015
1 november 2016
CJIB 174585328
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag
van 6 oktober 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
gevestigd te [vestigingsplaats],
voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde],
kantoorhoudende te [kantoorplaats].

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing gegrond verklaard, die beslissing vernietigd en het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond verklaard.
Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
Tevens is verzocht om vergoeding van kosten.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen. Hiervan is geen gebruik gemaakt.

Beoordeling

Voor zover hier van belang kan, ingevolge het bepaalde in artikel 14, eerste lid, van de WAHV, tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden worden ingesteld, indien de opgelegde administratieve sanctie bij die beslissing meer bedraagt dan € 70,-. De aan de betrokkene opgelegde sanctie bedraagt € 39.-. Gelet hierop moet het hoger beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk worden verklaard.
De gemachtigde van de betrokkene voert in hoger beroep aan dat de betrokkene geen uitnodiging voor de zitting van de kantonrechter van 6 oktober 2015 heeft ontvangen. Op basis hiervan dient de beslissing van de kantonrechter te worden vernietigd en dient eveneens het appelverbod te worden gepasseerd, aldus de gemachtigde.
3. Het hof is van oordeel dat wanneer een beroep wordt gedaan op schending van zo fundamentele beginselen van behoorlijke rechtspleging dat geen sprake is van een eerlijke en onpartijdige behandeling en dit beroep gegrond moet worden geacht, doorbreking van het appelverbod van artikel 14, eerste lid, WAHV is gewettigd. Indien een partij niet behoorlijk is opgeroepen om te worden gehoord en de rechter niettemin een beslissing in de zaak van die partij neemt, kan er naar het oordeel van het hof sprake zijn van schending van het beginsel van hoor en wederhoor.
4. Artikel 12, eerste lid, van de WAHV luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
"De kantonrechter stelt, alvorens te beslissen, partijen in de gelegenheid om op een openbare zitting hun zienswijze nader toe te lichten. Zij worden daartoe door de griffier opgeroepen.".
5. Ingevolge artikel 6:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden, indien iemand zich laat vertegenwoordigen, de op de zaak betrekking hebbende stukken in ieder geval aan de gemachtigde gezonden.
6. Bij de stukken van het geding bevindt zich een aan de gemachtigde gericht schrijven van de griffier van de rechtbank d.d. 26 augustus 2015 waarin hij wordt uitgenodigd voor de zitting van de kantonrechter van 6 oktober 2015 te 09.45 uur. De ontvangst hiervan is door de gemachtigde niet betwist. De gemachtigde betwist dat de betrokkene niet is uitgenodigd voor de zitting.
7. Met de uitnodiging van de gemachtigde is voldaan aan de uit artikel 12, eerste lid, WAHV voortvloeiende verplichting om de betrokkene in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze op een openbare zitting toe te lichten. De gemachtigde dient, gelet op artikel 6:17 Awb, de betrokkene op de hoogte te stellen van deze uitnodiging.
8. Het beroep op doorbreking van het appelverbod treft derhalve geen doel. Het hof zal het hoger beroep niet ontvankelijk verklaren. Het verzoek om toekenning van proceskostenvergoeding wordt afgewezen omdat de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld.

Beslissing

Het gerechtshof:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
wijst het verzoek om toekenning van proceskostenvergoeding af.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Verstraaten als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.