Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
18 november 2014 dat de kantonrechter (rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede) heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
I. de afgifte van een verklaring voor recht dat partijen zijn overeengekomen dat [appellant] per
1 januari 2019 recht heeft op het VEP ter hoogte van € 5.879,- bruto per jaar;
II. de veroordeling van Thales om het VEP ter hoogte van € 5.879,- te financieren door middel van betaling van een koopsom aan het Thales Pensioenfonds of een andere professionele pensioenuitvoerder, zodat de korting van 3,5% ongedaan wordt gemaakt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 500,- per dag voor iedere dag dat Thales nalaat om genoemde pensioenvoorziening binnen zeven dagen na betekening van het arrest ten bate van [appellant] te treffen, althans op straffe van verbeurte van dwangsommen per dag ter hoogte van door de rechter in goede justitie te bepalen bedragen;
III. de veroordeling van Thales in de kosten van beide instanties, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het arrest, en voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.De vaststaande feiten
“Welk pensioen kunt u verwachten?(…)Te bereiken pensioenAls u uw huidige dienstverband voortzet tot 65-jarige leeftijd, ontvangt u, indien u aan de voorwaarden voldoet (zie toelichting):(…)- vanaf 65 jaar zolang u leeft (…)- waarvan ouderdomspensioen (…)- waarvan voorwaardelijk pensioen € 5.879(…)Voorwaardelijk pensioenHet ‘Te bereiken pensioen’ (vanaf 65 jaar zolang u leeft) houdt rekening met € 5.879 aan pensioen dat u, als u tot uw pensionering in dienst blijft bij Thales, ontvangt over dienstjaren uit het verleden. Hiervan is € 0 opgebouwd.CAO-partijen zijn overeengekomen dat er vanaf 2011 bij inkoop van voorwaardelijk pensioen een correctiefactor wordt toegepast. Deze correctiefactor is voor 2011 vastgesteld op 85%. In bovenstaand voorwaardelijk pensioen is reeds rekening gehouden met de correctiefactor. Het oorspronkelijke voorwaardelijk pensioen (zonder correctiefactor) bedraagt € 6.917.Zie ook de toelichting.(…)Bijzondere omstandighedenVanwege de te lage dekkingsgraad is een herstelplan voor de korte termijn opgesteld. Kijk in de bijlage voor meer informatie.”
“Voorwaardelijk pensioenHet kan zijn dat u extra pensioen ontvangt over dienstjaren uit het verleden. Dit is een overgangsmaatregel voor het vervallen van de TOP-SUM- en TOP-SUMO-regeling. Over deze dienstjaren heeft u minder pensioen opgebouwd dan mogelijk is volgens de fiscale regelgeving. Dit wordt gecompenseerd door deze overgangsmaatregel. Dit extra pensioen is meegeteld bij het te bereiken pensioen. Deze extra pensioenaanspraken zijn nog niet voor u opgebouwd of gefinancierd. Om dit extra pensioen te ontvangen, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden zijn hieronder weergegeven.(…)U bent geboren na 1952 en voor 1973- U moet op 1 januari 1998 werknemer zijn geweest in de Metalektro en in de periode vanaf 1 januari 1998 tot pensioeningangsdatum onafgebroken als werknemer in de Metalektro, laatstelijk bij Thales Nederland, werkzaam zijn.
“Verplichte tekst uit het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004: Het pensioen dat voor u zal worden ingekocht omdat u in het verleden gedurende uw dienstbetrekking(en) een of meer perioden hebt gehad waarin minder pensioen is opgebouwd dan op grond van de fiscale regelgeving mogelijk is, wordt pas opgebouwd op het moment dat en voor zover de toegezegde aanspraken zijn gefinancierd. Wanneer uw deelname aan de pensioenregeling eindigt voordat deze aanspraken (volledig) zijn gefinancierd, heeft u alleen recht op het op dat moment gefinancierde en opgebouwde deel van deze pensioenaanspraken. Indien u bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling nog geen toegezegd pensioen over verstreken dienstjaren voor u is ingekocht en opgebouwd, heeft u dus ook geen recht op dit deel van uw toezegging. Als aan u is toegezegd dat pensioenaanspraken over verstreken dienstjaren worden ingekocht, dan moeten deze uiterlijk binnen vijftien jaren nadat de toezegging is gedaan, zijn gefinancierd. Wanneer u binnen die vijftien jaar met pensioen zou gaan, moeten de in te kopen pensioenaanspraken al eerder zijn gefinancierd, namelijk uiterlijk op het moment van uw pensionering. Een eenmaal gedane toezegging tot inkoop van aanspraken over het verleden kan in beginsel niet worden ingetrokken of gewijzigd.”
“2 Thales verplicht zich met de ondertekening van deze overeenkomst de Voorwaardelijke Extra Pensioenrechten voor de Werknemer, zoals deze gelden op 1 maart 2012, onvoorwaardelijk te maken en deze toe te kennen aan Werknemer, mits en voor zover werknemer verder voldoet aan de richtlijnen van het pensioenreglement. Dit houdt in dat hij deelnemer in het Pensioenfonds moet zijn tot (minimaal) 1 januari 2015. Het af te financieren bedrag zal door Thales tijdig ter beschikking worden gesteld aan Thales Pensioenfonds.(…)8 (…) Eventuele toekomstige wijzigingen in de wetgeving of andere maatregelen met betrekking tot de sociale verzekeringen en/of pensioenen en/of belastingen kunnen de inhoud van deze overeenkomst niet modificeren en zullen geen van beide partijen het recht geven de geldigheid van de overeenkomst – dan wel een bepaling in de overeenkomst – aan te tasten.(…)9 Deze overeenkomst geldt uitsluitend tussen Thales en werknemer. Derden kunnen hieraan op geen enkele wijze rechten ontlenen.12 (…)Partijen zijn in de gelegenheid geweest om juridisch en pensioenkundig advies in te winnen en doen uitdrukkelijk afstand van hun bevoegdheid in of buiten rechte gehele of gedeeltelijke ontbinding en/of vernietiging van de onderhavige vaststellingsovereenkomst te vorderen.
“Cao-partijen zijn in 2011 (onder andere) overeengekomen dat bij de inkoop van het VEP een correctiefactor moet worden toegepast. Jaarlijks kan het VEP worden aangepast aan de gestegen levensverwachting. Bij ondertekening van de overeenkomst bedraagt het VEP 85% van het oorspronkelijke bedrag.”
“Thales verplicht zich met de ondertekening van deze overeenkomst de Voorwaardelijke Extra Pensioenrechten voor de Werknemer, zoals deze gelden op 7 maart 2012, onvoorwaardelijk te maken en deze toe te kennen aan Werknemer. Het af te financieren bedrag zal door Thales tijdig ter beschikking worden gesteld aan Thales Pensioenfonds.”
“Als voormalig werknemer van Thales Nederland B.V. heeft u een premievrije aanspraak bij Stichting Pensioenfonds Thales Nederland en staat u geregistreerd als een zogeheten “vrijwillige voortzetter”.
“medio April heb ik van u het Uniform Pensioenoverzicht 2013 ontvangen (…). Hierin geeft u aan dat mijn voorwaardelijk ouderdomspensioen met 5.1% verlaagt wordt.
“Het klopt wel dat het Voorwaardelijk Pensioen wordt verlaagd.
“In maart 2012 heb ik een vaststellingsovereenkomst met Thales getekend. In deze vaststellingsovereenkomst is m.b.t. het voorwaardelijk pensioen het volgende afgesproken:
“Uw stelling is dat het voorwaardelijk pensioen zoals dit gold op 1 maart 2012 onvoorwaardelijk zou moeten worden gemaakt, zonder toepassing van de korting van 3,5%. Wij delen uw stelling niet en wel om de volgende redenen. De verplichting van Thales op grond van de vaststellingsovereenkomst ziet op het onvoorwaardelijk maken van het voorwaardelijk pensioen, conform de richtlijnen van het pensioenreglement (van Pensioenfonds Thales). Dit reglement bevat in Hoofdstuk C de regeling voor voorwaardelijk pensioen die op u van toepassing is. In artikel 3.4 kunt u lezen dat bij het voorwaardelijk pensioen rekening wordt gehouden met de hoogte en de wijze van toekenning van de voorwaardelijke pensioenaanspraken bij PME. Als PME een vermindering doorvoert van het voorwaardelijk pensioen, wordt deze vermindering ook door het Pensioenfonds Thales toegepast. In artikel 5.1 ziet u dat het pensioenfonds bij de toekenning van voorwaardelijk pensioen rekening houdt met de CAO-afspraken en bevoegd is het pensioen te verlagen met een correctiefactor, dan wel de hoogte van het voorwaardelijk pensioen aan te passen aan de beschikbaarheid van de financiële middelen voor de toekenning van voorwaardelijk pensioen binnen het pensioenfonds.In april 2013 heeft PME het reguliere pensioen en het voorwaardelijk pensioen met 5,1% verlaagd. Bij Pensioenfonds Thales is in 2013 een korting op de reeds verworven pensioenen toegepast van 3,5%. Deze korting is daarmee ook toegepast op de reeds onvoorwaardelijk geworden voorwaardelijke pensioenen van voormalige werknemers met een vaststellingsovereenkomst die zijn geboren tot en met 1952. Omdat het voorwaardelijk pensioen nog een arbeidsvoorwaardelijk karakter heeft, is door Thales besloten voor de voormalige werknemers met een vaststellingsovereenkomst die voor 2013 is getekend (geboortejaren 1953 en 1954) het voorwaardelijke pensioen met 3,5% te verlagen (conform de verlaging van het verworven pensioen bij Pensioenfonds Thales). Daarmee wordt voor deze groep niet de 5,1% korting die PME heeft toegepast gehanteerd voor het voorwaardelijk pensioen. Dit omdat Thales de belangen van de voormalige werknemers met een vaststellingsovereenkomst op evenwichtige wijze wil behartigen.”3.15 Partijen hebben daarna nog met elkaar gecorrespondeerd waarbij zijn hun niet met elkaar overeenstemmende standpunten hebben herhaald.
“I. ALGEMENE BEPALINGEN(…)2. Deelnemerschap2.1 Deelnemerschap
“Indien de financiële toestand van de Stichting het noodzakelijk maakt kunnen de aanspraken jegens de Stichting ofwel de rechten op pensioen van de Deelnemers, Gewezen Deelnemers en Pensioengerechtigden, alsmede van de nagelaten betrekkingen van deze categorieën worden verminderd conform het bepaalde in artikel 134 Pensioenwet.”
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
a. voor recht zal verklaren dat partijen zijn overeengekomen dat [appellant] blijvend aanspraak kan maken op een uitkering uit het VEP ter hoogte van € 5.979,- bruto per jaar vanaf 1 maart 2019.
b. Thales zal veroordelen om de schade die [appellant] heeft geleden door de korting van het VEP met 3,5% te compenseren door het afsluiten van een aanvullende verzekering bij een professionele verzekeringsmaatschappij en het storten van een koopsom ter hoogte van
€ 5.773,- in die verzekering, op straffe van verbeurte van een dwangsom ter hoogte van
€ 500,- per dag voor iedere dag dat Thales nalaat om genoemde pensioenvoorziening te treffen, indien Thales de genoemde pensioenvoorziening niet binnen 7 dagen na betekening van het vonnis ten bate van [appellant] heeft getroffen, althans op verbeurte van dwangsommen per dag ter hoogte van door de rechter in goede justitie te bepalen bedragen.
c. Thales zal veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure, daarin begrepen het salaris van de gemachtigde van [appellant] .
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
“Het pensioen dat voor u zal worden ingekocht omdat u in het verleden gedurende uw dienstbetrekking(en) een of meer perioden hebt gehad waarin minder pensioen is opgebouwd dan op grond van de fiscale regelgeving mogelijk is, wordt pas opgebouwd op het moment dat en voor zover de toegezegde aanspraken zijn gefinancierd. Wanneer uw deelname aan de pensioenregeling eindigt voordat deze aanspraken (volledig) zijn gefinancierd, heeft u alleen recht op het op dat moment gefinancierde en opgebouwde deel van de pensioenaanspraken. Indien bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling nog geen toegezegd pensioen over verstreken dienstjaren voor u is ingekocht en opgebouwd, heeft u dus ook geen recht op dit deel van uw toezegging. Als aan u is toegezegd dat pensioenaanspraken over verstreken dienstjaren worden ingekocht, dan moeten deze uiterlijk binnen vijftien jaren nadat de toezegging is gedaan, zijn gefinancierd. Wanneer u binnen die vijftien jaar met pensioen zou gaan, moeten de in te kopen pensioenaanspraken al eerder zijn gefinancierd, namelijk uiterlijk op het moment van uw pensionering. Een eenmaal gedane toezegging tot inkoop van aanspraken over het verleden kan in beginsel niet worden ingetrokken of gewijzigd.”5.5 Tussen partijen is niet in geschil dat de financiering van het VEP van [appellant] ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst op 19 maart 2012 nog niet had plaatsgevonden. Thales heeft onbetwist gesteld dat het financieringsmoment van het VEP voor het geboortejaar van [appellant] in 2012 werd voorzien per 1 januari 2015. Dit betekende dat bij een beëindiging van het dienstverband per 1 september 2012, zoals partijen in de vaststellingsovereenkomst waren overeengekomen, zonder nadere afspraken tussen hen, [appellant] zijn toezegging op het VEP geheel zou verliezen. Het hof verwijst naar het in rechtsoverweging 3.17 geciteerde artikel 3.4 uit hoofdstuk C van het pensioenreglement, de toelichting op het Uniform Pensioenoverzicht 2012 onder het kopje “Voorwaardelijk pensioen” en de voetnoot bij dit kopje waarin artikel 4 lid 5 van het Uitvoeringsbesluit is geciteerd.
Voorwaardelijke(cursivering door het hof) Extra Pensioenrechten. Het woord onvoorwaardelijk in artikel 2 van de vaststellingsovereenkomst dient in samenhang te worden gelezen met het woord maken (het onvoorwaardelijk maken) en brengt de verplichting van Thales tot uitdrukking om de Voorwaardelijke Extra Pensioenrechten - in de toekomst - onvoorwaardelijk te maken (en deze in de toekomst aan [appellant] toe te kennen) door middel van een tijdige financiering van deze pensioenrechten.
“mits en voor zover werknemer verder voldoet aan de richtlijnen van het pensioenreglement”.Deze zinsnede houdt in dat [appellant] voor zover het zijn aanspraken op het VEP betrof, ook na de beëindiging van zijn dienstverband gebonden bleef aan de relevante bepalingen in het pensioenreglement en de statuten van het Pensioenfonds Thales (waaronder begrepen de bevoegdheid van het Pensioenfonds Thales om de voorwaardelijke pensioenaanspraken te korten, zie rechtsoverweging 3.17 en 3.18), als ware hij in dienst gebleven van Thales. Anders dan [appellant] heeft betoogd gold dus niet als enige voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op het VEP dat [appellant] vrijwillig deelnemer bleef in het Pensioenfonds Thales. [appellant] heeft onder randnummer 19 van zijn inleidende dagvaarding aangevoerd dat hij, vóór ondertekening van de vaststellingsovereenkomst, met zoveel woorden aan de orde heeft gesteld dat de hiervoor vermelde zinsnede aan de te tekenen vaststellingsovereenkomst was toegevoegd. Nadat Thales hem vervolgens heeft laten weten dat dit een vereiste was van het Pensioenfonds heeft hij “dit maar aangenomen” en getekend. Nog daargelaten dat [appellant] geen rechtsgevolgen aan deze stellingen heeft verbonden, acht het hof van belang dat uit de eigen stellingen van [appellant] onder randnummer 19 van de inleidende dagvaarding blijkt dat partijen met deze toevoeging uitdrukkelijk geen inhoudelijke wijziging van de afspraken hebben beoogd.