ECLI:NL:GHARL:2016:8219

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
17 oktober 2016
Publicatiedatum
17 oktober 2016
Zaaknummer
21-002925-16i
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep betreffende schietpartij en beroving met noodzaak tot schouw

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 oktober 2016 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, die momenteel verblijft in P.I. Veenhuizen, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin hij werd veroordeeld voor diefstal met geweld en poging tot doodslag. Tijdens de zitting op 3 oktober 2016 heeft het hof vastgesteld dat er onvoldoende kennis is van de feitelijke situatie ter plaatse van de schietpartij en beroving. Het hof heeft daarom besloten dat er een schouw met reconstructie-aspecten moet plaatsvinden op de plaats delict, om een beter inzicht te krijgen in de gebeurtenissen. Dit onderzoek is noodzakelijk om de zaak verder te kunnen beoordelen en om de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van zes jaar en zes maanden heeft geëist, adequaat te kunnen behandelen. Het hof heeft de organisatie van de schouw aanbevolen aan de lokale politie, die in staat is om de juiste condities te scheppen voor een succesvolle schouw. De schouw zal plaatsvinden op een nader te bepalen datum, waarbij ook getuigen en betrokkenen zullen worden opgeroepen om hun medewerking te verlenen. Het hof heeft het onderzoek heropend en geschorst tot de schouw heeft plaatsgevonden.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002925-16
Uitspraak d.d.: 17 oktober 2016
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 23 mei 2016 met parketnummer 18-830409-14 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-670027-12, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1987] ,
thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, locatie Esserheem te Veenhuizen.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 3 oktober 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van de verdachte voor de onder 1 primair ten laste gelegde diefstal met geweld en de onder 2 primair ten laste gelegde poging doodslag tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaar en zes maanden. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] geheel dient te worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, alsmede dat de vordering tot tenuitvoerlegging van twaalf maanden gevangenisstraf dient te worden toegewezen. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. D.C. Vlielander, naar voren is gebracht.
Tijdens de beraadslaging in raadkamer is gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest. Naar het oordeel van het hof ontbreekt een toereikende kennis van de feitelijke situatie ter plekke alwaar de schietpartij/beroving zich heeft voorgedaan. Het hof acht het noodzakelijk dat er op de plaats delict, te weten in/nabij de steeg/brandgang van de [adres] en de omgeving alwaar aangever, verdachte en de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] zich hebben bevonden, een schouw met reconstructie-aspecten gaat plaatsvinden op een nader te bepalen dag. Tevens wil het hof waarnemen hetgeen getuige [getuige 2] vanuit zijn woning aan de [adres] , via het keukenraam heeft kunnen waarnemen. Het hof zal om die reden het onderzoek heropenen en het dossier in handen stellen van de advocaat-generaal teneinde te voorzien in het opgedragen onderzoek. Meer in het bijzonder wil het hof bij gelegenheid van de schouw de navolgende personen:
  • de verdachte [verdachte] ,
  • aangever [benadeelde] ,
  • getuige [getuige 1] en
  • getuige [getuige 2]
horen en confronteren.
Voorts acht het hof het nodig dat de leider van het onderzoek en/of ook één of meerdere leden uit het onderzoeksteam die dag aanwezig zijn om te kunnen voorzien in antwoorden op eventueel levende vragen.
Het hof acht het van het grootste belang dat alle personen ook daadwerkelijk verschijnen en hun medewerking verlenen. Het verdient daarbij bijzondere aandacht dat getuige [getuige 1] er in het verleden blijk van heeft gegeven niet altijd adequaat te reageren op gerechtelijke oproepingen. In dit geval acht het hof een bevel persoonlijke verschijning dan wel een bevel medebrenging of andere verschijning bevorderende maatregelen aangewezen.
Het hof is zich ervan bewust dat de organisatie van een dergelijke schouw de nodige organisatie en voorbereiding met zich brengt, temeer omdat het de uitdrukkelijke wens is dit nadere onderzoek nog in 2016 te laten plaatsvinden op een nader te bepalen zaterdag. Het hof geeft de advocaat-generaal in overweging om de organisatie van de schouw in handen te leggen van de lokale politie omdat zij bij uitstek geschikt is de condities te scheppen die een succesvolle schouw mogelijk maken.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek onder gelijktijdige schorsing daarvan.
Stelt de stukken in handen van de advocaat-generaal met voormeld doel.
Hierop schorst het hof het onderzoek voor
onbepaalde tijddoch voor
ten hoogste drie maanden. De klemmende reden waarom het onderzoek niet binnen een maand kan worden hervat, is gelegen in het feit dat hiervoor omschreven schouw niet binnen die termijn kan worden georganiseerd.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen de datum en het tijdstip waarop de schouw zal plaatsvinden.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen die nog nader te bepalen datum, welke in overleg met de direct betrokkenen zal worden vastgesteld.
Beveelt de oproeping van de getuigen :
- [benadeelde] , geboren op [1985] , laatst bekend adres [adres] ;
- [getuige 1] , geboren [1980] , wonende te [woonplaats] , van wie het hof geen nader adres bekend is;
- [getuige 2] , geboren op [1943] , laatst bekend adres [adres] ,
tegen de nog nader te bepalen datum waarop de schouw zal plaatsvinden.
Aldus gewezen door
mr. L.T. Wemes, voorzitter,
mr. A.R. van der Winkel en mr. H.J. Deuring, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Nicolai, griffier,
en op 17 oktober 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A.R. van der Winkel is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.