Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
26 november 2013, 15 april 2014 en 20 mei 2014 die de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft gewezen.
2.Het (verdere) verloop van het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten en de bespreking van grief II.
[geïntimeerde] betreft. Daartegen is
grief IIgericht. Tussen partijen staat vast dat dit bericht niet van 8 maart 2011 dateert maar van 8 maart 2012. In zoverre is de grief terecht voorgedragen, maar dat kan op zichzelf niet tot vernietiging van het vonnis leiden.
Hetgeen [appellant] in het kader van deze grief verder heeft opgemerkt over de vraag of
[geïntimeerde] haar werkzaamheden mocht opschorten naar aanleiding van het onbetaald blijven van de factuur van 9 mei 2011, kan verder onbesproken blijven, nu dit – naar de raadsvrouwe van [appellant] ter gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep zelf heeft bevestigd – niet relevant is voor het oordeel over het onderhavige geschil.
Aangevuld met hetgeen in dit hoger beroep verder is komen vast te staan, mede op basis van de niet weersproken inhoud van de in het geding gebrachte stukken, kan tussen partijen van het volgende worden uitgegaan.
"(…) Nu wordt gevraagd om alle bankafschriften van 2004 en 2005 (dat is weinig specifiek). Die van 2004 heeft u enkele jaren geleden al gehad en dat moet dus nu weer over. Van het jaar 2005 heeft u de bankafschriften van de [bedrijf] reeds vanaf mei vorig jaar in uw bezit.
"Ik heb 2005 nog niet helemaal klaar. Dit zal morgen wel het geval zijn. Dan stuur ik e.e.a. wel per e-mail toe. (…)."[geïntimeerde] heeft dat vervolgens niet gedaan.
"(…) De aangifte inkomstenbelasting 2005 zal ik nu kunnen indienen. Het concept kunt u eerdaags van mij tegemoet zien. (…)".
"De meeste gegevens heb ik in mijn bezit. De aangiften over de jaren 2005 en 2006 kan ik samenstellen. Zij het dat ik nog een voorbehoud moet maken ter zake van de autokosten i.v.m. de leaseconstructie van de diverse auto’s.(…)"
"Auto’s: Je hebt in 2004/2005 de leaseconstructies al ontvangen onder de naam "operational
"(…)Tot op heden hebben we nog steeds geen jaarrekening 2005 ontvangen, laat staan over de jaren daarna. (…)Vraag is dus…wat moet er gebeuren om 2005 af nu eindelijk af te ronden."
"Dit kan niet zo langer…ik moet voor het weekend een reactie hebben!!!"
"Zoals eerder al besproken is de afhandeling van de jaren t/m 2008 nagenoeg afgerond.Voor de berekening van de investeringsaftrek ontvang ik nog graag de aanvragen voor de milieu-/energieaftrek zoals die door [appellant] zijn ingediend. (…)"
"Op 6 februari jl. heb ik gevraagd om mijn nota [geïntimeerde] 2011 te betalen. Tot op heden heb ik hier niets van vernomen."
" (…) doe ik u eenmalig het volgende voorstel:Uw cliënten voldoen per ommegaande het deel van de factuur d.d. 20 april 2012 dat betrekking heeft op de werkzaamheden ter zake van besprekingen die hebben plaatsgevonden c.q. verzorgde correspondentie: a. het boekenonderzoek, b. de procedures inkomstenbelasting 2004 en 2005 van mevrouw [appellant] , c. de procedure inkomstenbelasting 2005 van de heer [appellant] , d. het bezwaarschrift inkomstenbelasting 2006 van mevrouw [appellant] en e. de bespreking te [woonplaats] .Het bedrag dat met die werkzaamheden is gemoeid bedraagt € 5.802,44.Zodra dit bedrag is bijgeschreven op mijn rekening zal ik u daarvan op de hoogte stellen. Uw cliënten hebben dan 5 werkdagen de tijd om de stukken bij op te komen halen. Na afgifte van de stukken dient het resterende bedrag (€ 1.606,50) van de factuur d.d. 20 april 2012 te worden voldaan binnen 14 dagen na afgifte van de stukken. (…)"
"Omschrijving: I.o.m. DAS Rechtsbijstand betaling v. vlgns mr [Z] niet betwiste deel onder voorbehoud van rechten ic verhalen v. vroegere nota.s"
Het geschil en de beslissing van de kantonrechter
29 augustus 2013 en met de proceskosten.
29 augustus 2013. Verder heeft de kantonrechter voor recht verklaard dat [geïntimeerde] gehouden is om de nota's telefoonkosten, de nota's en bonnen congreskosten en de facturen van de verbouwing en de bankafschriften aan [appellant] af te geven, voor zover zij dat nog niet heeft gedaan. [appellant] is veroordeeld in de kosten van het geding in conventie en in reconventie. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.
5.De beoordeling van de overige grieven
"Voor zover [appellant] zijn verweer heeft willen gronden op het feit dat hij onvoldoende op de hoogte is gebracht van de stand van zaken met betrekking tot de belastingaangiftes over de jaren 2005 en 2006, gaat de kantonrechter daaraan eveneens voorbij. [geïntimeerde] heeft ter comparitie verklaard dat zij niet over alle gegevens beschikte om de aangiftes af te maken, om welke gegevens [geïntimeerde] wel per emailbericht van 20 januari 2012 heeft gevraagd, maar dat zij de aangiftes voor zover mogelijk wel heeft afgerond. Gelet hierop kon (de gemachtigde) van [appellant] naar het oordeel van de kantonrechter niet volstaan met de enkele - ter comparitie namens [appellant] geponeerde - stelling dat 'hij er niet van op de hoogte is dat [geïntimeerde] wacht op stukken van [appellant] inzake de milieu- en energieaftrek'."
heeft voorts gesteld dat de aangiftes IB 2005 op 8 augustus 2012 klaar waren, maar dat de aangiftes IB 2006 bij gebreke van door [appellant] aan te leveren gegevens niet gereed waren.
Voor zover de raadsman van [geïntimeerde] ter gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep heeft betoogd dat [appellant] bij akte had moeten reageren op de bij memorie van antwoord overgelegde stukken en dat hij dat niet meer bij pleidooi mocht doen, verwerpt het hof dat standpunt. Het stond [appellant] alleszins vrij om pleidooi te vragen en bij die gelegenheid in te gaan op de eerst bij memorie van antwoord in het geding gebrachte stukken.
7 november 2014, toen hij beslag tot afgifte van stukken kwam leggen, in het geheel niet heeft aangetroffen.
heeft evenmin duidelijk gemaakt waarom zij in oktober en november 2011 nog 15 uur aan de aangiften heeft moeten besteden, terwijl zij [appellant] al op 7 december 2010 heeft medegedeeld dat de aangifte 2005 de volgende dag gereed zou zijn en op 22 februari 2011 dat zij ook de aangifte 2006 kon samenstellen.
[geïntimeerde] heeft evenmin een aannemelijke verklaring gegeven voor het feit waarom zij, terwijl zij al sinds 2007 doende was met deze aangiften en – naar [appellant] onweerspoken heeft gesteld – alleen al voor het opstellen van de aangifte 2005 € 17.000,- aan [appellant] in rekening heeft gebracht, nimmer concept aangiften aan [appellant] heeft voorgelegd.
De stelling van [geïntimeerde] bij memorie van antwoord dat de aangifte 2005 op 18 augustus 2012 gereed was, is niet alleen in strijd met haar eerdere mededeling dat die aangifte al in december 2010 gereed was, maar ook niet aannemelijk in het licht van het feit dat [geïntimeerde] haar werkzaamheden per 8 maart 2012 heeft opgeschort. Het ligt dan immers niet in de rede dat zij in de periode nadien nog aan de aangifte heeft gewerkt. Zoals hiervoor overwogen heeft de deurwaarder genoemde aangifte ten tijde van de inbeslagname in 2014 ook helemaal niet aangetroffen.
" [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling aan [appellant] van al hetgeen [appellant] aan [geïntimeerde] heeft voldaan ter uitvoering van het bestreden vonnis,waaronder mede begrepenhet op 29 augustus 2013 onder protest en voorbehoud van rechten voldane bedrag (…)"[onderstreping door het hof].
Het bedrag van € 5.802,44 is niet ter uitvoering van het vonnis voldaan. Reeds daarop stuit de vordering af.
heeft bij de betaling van genoemd bedrag immers vermeld dat deze in overleg met zijn toenmalige gemachtigde geschiedde en het onbetwiste deel van de rekening betrof. Weliswaar heeft [appellant] daarbij een voorbehoud gemaakt, maar dat zag, blijkens zijn omschrijving, niet op het bedrag van € 5.802,44, maar op het verhalen van vroegere nota’s. Een vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling van vroegere nota’s ligt in dit hoger beroep evenwel niet voor.
Bovendien heeft [appellant] ook in dit hoger beroep niet voldoende gemotiveerd betwist dat de werkzaamheden waarop het bedrag van € 5.802,44 betrekking had – te weten: het boekenonderzoek, de procedures inkomstenbelasting 2004 en 2005 van mevrouw [appellant] , de procedure inkomstenbelasting 2005 van de heer [appellant] , het bezwaarschrift inkomstenbelasting 2006 van mevrouw [appellant] en de bespreking te [woonplaats] – daadwerkelijk door [geïntimeerde] zijn verricht.
"Naar aanleiding van uw vraag welke extra kosten zijn opgeroepen door het niet aanwezig zijn van adequate stukken uit het verleden bericht ik u als volgt.
Er is door [appellant] ook geen duidelijke relatie gelegd tussen enerzijds specifieke, ontbrekende stukken en anderzijds de extra kosten die [Q] als gevolg daarvan louter voor [appellant] privé heeft moeten maken.
Ook uit de brief van [Q] valt dat niet af te leiden. Hij spreekt in zijn brief van ‘adequate stukken uit het verleden’ maar welke dat precies zijn en of dat stukken zijn die [appellant] , zijn echtgenote of de besloten vennootschap betroffen, blijkt niet uit de brief. Nu bij de brief geen specificatie is gevoegd van de gemaakte uren, kan het hof ook aan de hand daarvan niet vaststellen welke uren ten behoeve van [appellant] privé zijn besteed.
Nu de raadsvrouwe van [appellant] ter gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep heeft verklaard dat de gevraagde verklaring voor recht uitsluitend is gevraagd met het oog op de in deze procedure gevorderde schadevergoeding, heeft [appellant] bij een zodanige verklaring hoe dan ook geen belang meer.