ECLI:NL:GHARL:2016:8085
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen tenuitvoerlegging vervangende hechtenis na niet verrichte taakstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 oktober 2016 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis. De veroordeelde was eerder, op 9 november 2012, onherroepelijk veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, die vervangen zou worden door hechtenis van 60 dagen indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. Op 18 april 2016 heeft de advocaat-generaal de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis voor 32 dagen bevolen, waarop de veroordeelde bezwaar heeft aangetekend.
Het hof heeft het bezwaarschrift behandeld op een openbare zitting op 28 september 2016, waar de advocaat-generaal en de raadsman van de veroordeelde, mr. W.R. Koks, aanwezig waren. De advocaat-generaal concludeerde tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift, stellende dat het aan de schuld van de veroordeelde te wijten was dat hij de taakstraf niet had verricht. De raadsman pleitte voor gegrondverklaring van het bezwaarschrift, verwijzend naar een eerdere uitspraak van de politierechter.
Het hof oordeelde dat de reclassering de veroordeelde voldoende mogelijkheden had geboden om de taakstraf te verrichten, maar dat het aan de veroordeelde zelf te wijten was dat dit niet was gebeurd. De veroordeelde had meerdere keren aangegeven niet met de taakstraf te willen beginnen en had uiteindelijk zelfs zijn taakstraf stopgezet. Het hof concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die rechtvaardigden dat de veroordeelde alsnog in de gelegenheid moest worden gesteld om de taakstraf te verrichten. Daarom werd het bezwaarschrift ongegrond verklaard.