Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voorwaardelijk verzoek tot nader onderzoek/contra-expertise
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij op of omstreeks 06 juni 2014 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een (grote) ruit van het politiebureau, althans van een pand en/of gebouw gelegen en/of gevestigd aan de [adres 1] , in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Politie Oost-Nederland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door meermalen, althans eenmaal met een steen, althans een hard voorwerp tegen die ruit te gooien;
zij op of omstreeks 11 juni 2014 te [plaats] opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met karton en/of met één of meer goederen in en/of in de directe nabijheid van het voorportaal en/of de hoofdentree van het politiebureau (gelegen en/of gevestigd aan de [adres 1] , althans met een brandbare stof ten gevolge waarvan dat voorportaal en/of die hoofdentree geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor [benadeelde partij 3] en/of dat politiebureau, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor [benadeelde partij 3] , in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die [benadeelde partij 3] , in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
zij op of omstreeks 11 juni 2014 te [plaats] opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met één of meer goederen in en/of in de directe nabijheid van een woning (gelegen aan de [adres 2] ) en/of één of meer stuk(ken) karton brandend door de brievenbus van die woning te gooien en/of te duwen, althans met een brandbare stof ten gevolge waarvan de inboedel, althans een groot gedeelte van de inboedel, in elk geval één of meer goederen in die woning geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor de complete inboedel van die woning, in elk geval voor een (groot) deel van de inboedel van die woning en/of [benadeelde partij 1] en/of één of meer andere persoon/personen in die woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor [benadeelde partij 1] , in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die [benadeelde partij 1] , in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
zij op of omstreeks 08 december 2013 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk één of meer kerstdecoratie spullen (te weten één of meer kaarsen en/of een rendier), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door deze spullen en/of goederen in de container te gooien, althans door met deze spullen en/of goederen te gooien;
zij in of omstreeks de periode van 04 december 2012 tot en met 13 december 2013 te [plaats] , in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft en/of is zij, verdachte,
zij in of omstreeks de periode van 23 augustus 2012 tot en met 18 oktober 2013 te [plaats] , in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 2] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft en/of is zij, verdachte,
zij in of omstreeks de periode van 26 november 2012 tot en met 31 oktober 2013 te [plaats] , in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde partij 2] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [benadeelde partij 2] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft zij, verdachte,
parketnummer 08-165364-13:
zij op of omstreeks 3 augustus 2013 in de gemeente [plaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een stropdas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zij op of omstreeks 3 augustus 2013 in de gemeente [plaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een stropdas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, de winkel van die [slachtoffer 3] is binnengelopen en/of (vervolgens) die stropdas en een hemdje heeft gepakt en/of (vervolgens) met die stropdas en dat hemdje een kleedkamer is ingegaan en/of (vervolgens) die stropdas in haar (rug)tas heeft gestopt en/of (vervolgens) die kleedkamer heeft verlaten en dat hemdje heeft teruggehangen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
zij op 06 juni 2014 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een grote ruit van het politiebureau aan de [adres 1] , toebehorende aan Politie Oost-Nederland, heeft vernield door met een steen tegen die ruit te gooien.
zij op 11 juni 2014 te [plaats] opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met karton en in de directe nabijheid van het voorportaal en/of de hoofdentree van het politiebureau, aan de [adres 1] , ten gevolge waarvan dat voorportaal en/of die hoofdentree gedeeltelijk is/zijn verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor dat politiebureau te duchten was.
zij op 11 juni 2014 te [plaats] opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met één of meer goederen in en/of in de directe nabijheid van een woning, gelegen aan de [adres 2] , en karton brandend door de brievenbus van die woning te gooien en/of te duwen, ten gevolge waarvan een groot gedeelte van de inboedel, geheel of gedeeltelijk is verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor de complete inboedel van die woning en [benadeelde partij 1] en levensgevaar voor die [benadeelde partij 1] te duchten was.
zij op 08 december 2013 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk kerstdecoratie (te weten een rendier), toebehorende aan [slachtoffer 4] , heeft vernield door dit goed in de container te gooien.
zij in de periode van 04 december 2012 tot en met 13 december 2013 te [plaats] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , met het oogmerk die [slachtoffer 1] te dulden, immers heeft en/of is zij, verdachte,
zij in de periode van 23 augustus 2012 tot en met 18 oktober 2013 te [plaats] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2] , met het oogmerk die [slachtoffer 2] te dulden, immers heeft en/of is zij, verdachte,
zij in de periode van 26 november 2012 tot en met 31 oktober 2013 te [plaats] , in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde partij 2] , met het oogmerk die [benadeelde partij 2] , te dulden, immers heeft zij, verdachte,
zij op 3 augustus 2013 in de gemeente [plaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een stropdas, toebehorende aan [slachtoffer 3] .
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat zij van overheidswege zal worden verpleegd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
€ 19.648,81 (negentienduizend zeshonderdachtenveertig euro en eenentachtig cent) bestaande uit € 9.648,81 (negenduizend zeshonderdachtenveertig euro en eenentachtig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 19.648,81 (negentienduizend zeshonderdachtenveertig euro en eenentachtig cent) bestaande uit € 9.648,81 (negenduizend zeshonderdachtenveertig euro en eenentachtig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
€ 25.906,70 (vijfentwintigduizend negenhonderd en zes euro en zeventig cent) bestaande uit € 20.906,70 (twintigduizend negenhonderd en zes euro en zeventig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 25.906,70 (vijfentwintigduizend negenhonderd en zes euro en zeventig cent) bestaande uit € 20.906,70 (twintigduizend negenhonderd en zes euro en zeventig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]
€ 2.810,72 (tweeduizend achthonderdtien euro en tweeënzeventig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.810,72 (tweeduizend achthonderdtien euro en tweeënzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.