Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een echtscheiding tussen partijen, waarbij de vrouw in hoger beroep is gekomen tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland van 13 mei 2015. De vrouw verzocht om de echtscheiding uit te spreken en om een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en kinderalimentatie vast te stellen. De man heeft in incidenteel hoger beroep grieven ingediend met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van hun minderjarige kind, de alimentatie en de verdeling van de huwelijkse voorwaarden. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw geen procesueel belang heeft om de echtscheiding aan te tasten, aangezien zij de duurzame ontwrichting van het huwelijk niet betwist. Het hof heeft de echtscheiding bekrachtigd en de partneralimentatie vastgesteld op € 2.216,- per maand, ingaande op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De beslissing over de kinderalimentatie en de hoofdverblijfplaats van het kind is aangehouden, totdat hierover verder onderzoek is gedaan. Daarnaast heeft het hof de verzoeken van de vrouw tot vergoeding van € 38.000,- en tot verdeling van bepaalde polissen afgewezen, en de man verplicht om een kredietrekening aan te zuiveren. De beschikking is uitgesproken in het openbaar op 6 oktober 2016.