Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De moeder stelt voorts dat zij bij terugkeer haar oude baan weer terug zal kunnen krijgen. Zij is van plan om in eerste instantie met [naam kind] bij haar moeder in huis te gaan wonen en van daaruit haar leven weer opbouwen. De moeder betwist dat zij een serieuze relatie heeft met [persoon 1] en dat zij plannen heeft om met hem te gaan samenwonen.
Ter mondelinge behandeling heeft de moeder aangegeven dat een omgangsregeling met de vader altijd bespreekbaar is en dat zij ook bereid is om [naam kind] naar Indonesië te reizen om omgang daar mogelijk te maken. Daarnaast behoren bel- en skype contacten tussen de vader en [naam kind] tot de mogelijkheden.
Volgens de vader gaat het, behoudens wat zorgen over zijn ontwikkeling, goed met [naam kind] in Nederland. Hij spreekt steeds beter Nederlands en heeft veel vriendjes. De moeder wil niet meewerken aan hulpverlening voor [naam kind] zo lang zij in Nederland woont. Volgens de vader is nog altijd niet duidelijk in wat voor situatie [naam kind] terecht zal komen indien hij terugkeert naar Australië. De vader betwist dat het voor hemzelf gemakkelijk is om terug te keren naar Australië. Hij heeft in Nederland een vast dienstverband.
De vader heeft ook bezwaren tegen het verzoek tot verhuizing terwijl de echtscheidingsprocedure nog loopt. Volgens de vader doorkruist het verzoek de echtscheidingsprocedure, waarin nog dient te worden beslist over de hoofdverblijfplaats van [naam kind] , alsmede naar de vaststelling van een omgangsregeling. Volgens de vader wordt hij hierdoor benadeeld in zijn procespositie en dient in de echtscheidingsprocedure te worden beoordeeld wat in het belang van [naam kind] is: opgroeien in Nederland of in Australië.