Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Grootegast(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 oktober 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de vastgestelde waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 12 te [Z] voor de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De heffingsambtenaar van de gemeente Grootegast had de waarde per waardepeildatum 1 januari 2012 vastgesteld op € 294.000. Belanghebbende was het hier niet mee eens en had bezwaar aangetekend, wat door de heffingsambtenaar werd afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 6 september 2016 in Leeuwarden zijn beide partijen gehoord. De heffingsambtenaar heeft taxatierapporten overgelegd ter onderbouwing van de vastgestelde waarde, terwijl belanghebbende een lager bedrag van € 275.000 bepleitte. Het Hof heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de heffingsambtenaar in zijn bewijslevering is geslaagd. Het Hof oordeelde dat de vergelijkingsobjecten die door de heffingsambtenaar zijn gebruikt, voldoende vergelijkbaar zijn met de onroerende zaak van belanghebbende. De waarde van de onroerende zaak is niet te hoog vastgesteld, en het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De proceskosten worden niet vergoed.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 oktober 2016, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.