Uitspraak
[appellante] ,
Participatie BV,
1.Het geding in eerste aanleg
13 september 2013 en 18 juli 2014 die de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
sale and leaseback-constructie. [C] zou het pand kopen - via Participatie BV - voor € 52.000,-, waarna [appellante] van haar het pand zou huren voor € 205,- per maand. Voor [C] was daarbij uitgangspunt dat zijn maximale investering € 80.000,- zou bedragen.
Na ondertekening trekken partijen hun procedure in en hebben niets meer van elkaar te vorderen. Ieder draagt zijn eigen kosten." Bij deze overeenkomst is de huurprijs van het pand nader vastgesteld op € 450,- per maand. Op de huurovereenkomst zijn van toepassing verklaard de algemene bepalingen huurovereenkomst woonruimte.
Het gehuurde verkeert in een goede staat van onderhoud. Het gehuurde is echter onderworpen geweest aan renovatiewerkzaamheden. Deze zijn nog niet geheel afgerond. Huurder wenst het gehuurde echter niettemin te betrekken. Voor zover nodig in afwijking van de huurovereenkomst en de daarvan deel uitmakende Algemene Bepalingen, aanvaardt huurder het gehuurde derhalve in de huidige staat, zoals omschreven in bijlage 1 (…). Huurder aanvaardt dat het gehuurde nog niet geheel is afgewerkt en dat daaraan in elk geval nog de in bijlage 2 (terrein, overkapping, schilderwerken) vermelde werkzaamheden moeten worden verricht. Onvolkomenheden bestaande in of voortvloeiend uit de omstandigheid dat de in bijlage 2 vermelde werkzaamheden nog niet zijn verricht, gelden niet als door de verhuurder te verhelpen gebrek".
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
- Verplaatsing cv ketel van boven naar beneden;
- Renovatie doorslaande noordmuur;
- Deuren draaien niet goed, keukendeur moet worden verplaatst;
- Plaatsing fornuis en kachel in de keuken;
- Vergroten trapgat door middel van plaatsing steilere trap. Verlenging en vervanging van de trapleuning naar boven;
- Verwijdering dwarsbalk en raamuitzetters in het raam in de voorgevel zodat grote stukken naar boven kunnen;
- Plaatsing stopcontacten op de zolder en in de badkamer;
- Plaatsing planchet, spiegel en kast in badkamer. Vervanging kraan van de wastafel in de badkamer;
- Verbreding vensterbanken;
- voldoening van de eventueel in rechte in te schakelen deskundige ter vaststelling van de omvang van de kosten verbonden aan voormelde werkzaamheden.
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief IIInieuwe argumenten aanvoert waarom de afspraken van 4 november 2010 alsnog vernietigd zouden moeten worden - [appellante] stelt dat deze in strijd zijn met dwingendrechtelijk bepalingen uit het huurrecht omtrent de verplichtingen van de verhuurder - kan dat [appellante] evenmin baten. Het gezag van gewijsde strekt zich ook uit tot nieuwe argumenten (vgl. HR 13 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7481). Zelfs als het gezag van gewijsde niet zou zijn ingeroepen, geldt voorts dat, gelet op het karakter van een vaststellingsovereenkomst dat het geheel van de afspraken van 4 november 2010 heeft, ingevolge artikel 7:902 BW een eventuele strijdigheid van die afspraken met dwingend recht aan de geldigheid van de gemaakte afspraken niet afdoet, tenzij de afspraken in strijd zijn met de goede zeden of de openbare orde. Dat laatste is gesteld noch gebleken.
huurderdeze werkzaamheden
moetverrichten. Naar 's hofs oordeel is voor een positieve verplichting voor de huurder om een en ander zelf te doen nog een aparte bepaling nodig die een samenhangende verplichting van dien aard voor de huurder in het leven roept.
secniet voldoende bepaald om voor toewijzing in aanmerking te komen. Bij toewijzing liggen tal van, ook gezien de verstandhouding tussen partijen bepaald niet denkbeeldige, executieproblemen op de loer. De grief is terecht voorgedragen en het hof zal dit onderdeel van de vordering alsnog afwijzen.