ECLI:NL:GHARL:2016:7564
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- M.L. van der Bel
- M.H.H.A. Moes
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling van de vermogens- en verbintenisrechtelijke gevolgen van een samenleving zonder samenlevingsovereenkomst
In deze zaak gaat het om de afwikkeling van de vermogens- en verbintenisrechtelijke gevolgen van een samenleving zonder samenlevingsovereenkomst tussen twee partijen die een affectieve relatie hebben gehad. De appellante, die in het principaal hoger beroep is, heeft een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, die in het incidenteel hoger beroep is, met betrekking tot de betaling van bedragen die zij heeft betaald voor werkzaamheden aan de woning van de geïntimeerde. De partijen hebben samengewoond in de woning van de geïntimeerde, waarbij de appellante haar eigen woning heeft verkocht en geen samenlevingsovereenkomst heeft gesloten. De relatie is beëindigd en de appellante heeft tot januari 2014 in de woning van de geïntimeerde gewoond. In eerste aanleg heeft de rechtbank de vorderingen van de appellante gedeeltelijk toegewezen en de vorderingen van de geïntimeerde in reconventie afgewezen. De appellante is in hoger beroep gegaan, waarbij zij de veroordeling van de geïntimeerde tot betaling van een bedrag van € 2.469,- heeft betwist en een hoger bedrag heeft gevorderd. De geïntimeerde heeft in het incidenteel hoger beroep verweer gevoerd en ook zijn eigen vorderingen ingesteld. Het hof heeft de grieven van de appellante en de geïntimeerde beoordeeld, waarbij het hof heeft overwogen dat de appellante niet voldoende heeft onderbouwd dat er sprake was van ongerechtvaardigde verrijking en dat de vordering van de geïntimeerde met betrekking tot de periode in 2008 verjaard was. Het hof heeft de vordering van de appellante tot betaling van € 5.175,- aan de geïntimeerde toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten gecompenseerd.