2.4Uit de verklaring van de getuige [persoon1] valt kort samengevat het volgende te noteren:
- Deze getuige is directeur van [bedrijf1] , welke vennootschap zich bezighoudt met agrarisch loonwerk, transport en aannemerij grond- weg- en waterbouw.
- Hij kent de man ongeveer sinds drie jaar.
- De man had hem aangeschreven voor werk als chauffeur, in onderaanneming, waarbij een auto met trailer van [bedrijf1] kon worden gebruikt.
- Gefactureerd werd via een bedrijf genaamd [bedrijf2] , waarvan hij heeft begrepen dat dit van de huidige echtgenote van de man is. Hij kent die echtgenote niet.
- In 2013 en 2014 heeft de man ritten voor [persoon1] gedaan; vanaf wanneer de man niet langer ritten voor zijn bedrijf verricht, weet deze getuige niet meer precies.
- In de vermelde periode reden voor [bedrijf2] een stuk of drie chauffeurs, die ook de auto met trailer (van kennelijk [bedrijf1] ) hebben gebruikt voor [bedrijf2] of de man.
- Indien de man niet zelf de ritten kon verzorgen, konden andere chauffeurs vanuit het bedrijf [bedrijf2] de ritten verzorgen, welke andere chauffeurs niet altijd verbonden behoefden te zijn aan [bedrijf2] . De man kon als vervangende chauffeurs ook vrienden of kennissen inschakelen.
- Er werd altijd vanuit [bedrijf2] gedeclareerd, en wel, voor zover deze getuige zich herinnert, maandelijks. Het ging dan om declaraties van ongeveer € 8000,-- per maand.
- De man deed in het begin, 2013, heel veel ritten, per week ongeveer 27. “Dan heb je wel een volledige werkweek te pakken. Later reed (de man) minder met mijn auto en trailer. Hij had zelf andere werkzaamheden en besteedde de ritten dan uit aan anderen. Hij liet iemand anders rijden.”, aldus deze getuige. Er werd ook op zaterdag en indien nodig in de nacht gereden.
- In 2014 waren er wel weken bij dat [bedrijf2] zes dagen factureerde voor werkzaamheden voor de auto. Hoeveel uren de man zelf in die periode reed, zou deze getuige in de administratie van zijn bedrijf moeten nakijken.