Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 1],
2. [geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 1],
3. [geïntimeerde 2] ,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerden],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis (…) gewezen op 13 mei 2015 (…) te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het in eerste instantie gevorderde af te wijzen en geïntimeerden te veroordelen tot betaling van de kosten van het geding in beide instanties waarbij wordt verzocht het vonnis in zoverre te verbeteren/aan te vullen door het in eerste instantie tegen partij [partner appellante] gevorderde af te wijzen en geïntimeerden te veroordelen in de kosten van de procedure.”
het vonnis (…), zo nodig met verbetering en/of aanvulling van gronden te bekrachtigen, onder aanvulling en toewijzing van de vordering als weergegeven in punt 1 van het petitum van de dagvaarding van 28 april 2015 jegens [appellante] , zulks met veroordeling van [appellante] in de kosten van beide instanties alsmede in appèl en incidenteel appèl.”
2.De feiten
grief 1 in het principaal appelgericht. Met inachtneming van deze grief stelt het hof, samen met wat in hoger beroep is komen vast te staan en mede gelet op de inhoud van de overgelegde en niet betwiste stukken, de feiten opnieuw vast. Hierdoor heeft [appellante] geen belang meer bij behandeling van grief 1 in het principaal appel.
Bijgaand het contract. Lees het goed door, er zijn een aantal veranderingen zoals garantiestelling die is vervallen en de huurprijs die is aangepast ivm een nieuwe berekening. De nieuwe huurprijs is nu 1005,00 euro en de borg is nu 2 maand huur. Jullie zijn gezamenlijk aansprakelijk. Neem dit snel door met [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] . Bij het tekenen wil ik van jullie drieën een kopie van jullie ID kaarten. Jullie zullen de sleutels krijgen als alles is getekend en de huur en borg zijn ontvangen door [appellante] . Alle contact loopt via mij (…)”.
Ik heb je mail gelezen. Wij zijn zeer verbaasd over de huurverhoging en over de dubbele maand borg dat wij moeten betalen. Wij hadden andere afspraken en op basis daarvan hebben wij besloten om de woning te huren. Het huurcontract ziet er goed uit alleen we zijn zeer verbaasd over de spontane huurverhoging. We hadden een deal.”
3.De vorderingen en beoordeling in eerste aanleg
[geïntimeerden] een mondelinge huurovereenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot de woning, waarbij de overeengekomen huurprijs € 935,- per maand, exclusief nutsvoorzieningen, bedraagt. Het gevorderde voorschot op de schadevergoeding (sub c) heeft de kantonrechter afgewezen omdat de schade niet, althans onvoldoende, is onderbouwd. De buitengerechtelijke incassokosten (sub d) is eveneens afgewezen, omdat niet is gebleken dat [geïntimeerden] buitengerechtelijke werkzaamheden hebben verricht.
4.De beoordeling in hoger beroep
grief 3 in het principaal appelhet oordeel van de kantonrechter bestreden dat [geïntimeerden] een spoedeisend belang bij hun voorzieningen hebben.
[appellante] over de huurovereenkomst per 1 april 2015 mondeling overeenstemming was bereikt zij de huurovereenkomst van de woning, die zij toen huurden, hebben opgezegd tegen
1 april 2015 en sedertdien geen woonruimte hebben. Daarmee is naar het oordeel van het hof het spoedeisend belang bij de toegewezen voorziening tot ter beschikking stelling van de woning gegeven, zodat grief 3 in het principaal appel niet slaagt.
grieven 4, 5 en 6 in het principaal appelbestrijdt [appellante] het voorlopig oordeel van de kantonrechter dat tijdens de bezichtigingen in februari 2015 overeenstemming over de huurprijs van € 935,- per maand exclusief gas, water, elektra en CAI is bereikt en mondeling een huurovereenkomst tot stand is gekomen.
[appellante] een overeenkomst tot stand is gekomen en dat die overeenkomst een huurovereenkomst is.
18 februari 2015 was een kennismaking, waarbij [appellante] met [geïntimeerde 1] een oriënterend gesprek heeft gehad. Ook de tweede bezichtiging enkele dagen later, waar [geïntimeerde 1] met nog wat andere mensen langs kwam, was in het kader van de kennismaking. Zo is toen als richtprijs genoemd een huur van € 935,- per maand en heeft [appellante] haar “mitsen en maren” verteld, te weten een verhuur aan [geïntimeerde 1] , een garantstelling van de vader van [geïntimeerde 1] en verhuur vanaf het moment dat de woning voor verhuur gereed was. In die kennismakingsfase had [appellante] niet de wil zich contractueel te binden, heeft zij geen aanbod gedaan en heeft [geïntimeerde 1] bijvoorbeeld ook niet de huurprijs aanvaard.
1 april 2015, dat [geïntimeerden] op en omstreeks 1 april 2015 alvast enige spullen in de woning hebben gebracht en dat [appellante] op 1 april 2015 nog doende was om de woning voor het gebruik door drie personen gereed te maken. Nadat die werkzaamheden waren voltooid, heeft [appellante] een huurovereenkomst opgesteld, waarin de in februari 2015 genoemde huurprijs is opgenomen en heeft ( [partner appellante] namens) [appellante] na toezending van de huurovereenkomst op 10 april 2015 gemeld dat de woning meteen in gebruik kon worden genomen.
grief 7 in het principaal appeldat tegen dat oordeel opkomt, slaagt daardoor niet.
grief 2 in het principaal appelmaakt [appellante] het verwijt dat de kantonrechter ten onrechte in het bestreden vonnis geen adequaat onderscheid heeft gemaakt tussen [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] . [appellante] heeft deze grief niet naar behoren toegelicht. Voor zover
met deze grief beoogt dat de kantonrechter heeft nagelaten in de feiten het onderscheid tussen [geïntimeerde 1] , [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] te maken en te stellen dat zij niet aan [geïntimeerden] maar aan [geïntimeerde 1] een aanbod voor een huurovereenkomst heeft gedaan, heeft het hof de feiten opnieuw vastgesteld en op de vraag of slechts aan [geïntimeerde 1] een aanbod voor een huurovereenkomst is gedaan in het kader van de grieven 4, 5 en 6 in het principaal appel reeds beslist. Grief 2 in het principaal appel treft daardoor geen doel.
grief 1 in het incidenteel appelbij gebreke van belang niet slaagt.