Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan Hefpunt (hierna: de heffingsambtenaar)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel a, is heffingsplichtig: a. in geval van gebruik van een woonruimte door de leden van een huishouden: degene die door de ambtenaar belast met de heffing is aangewezen;”
De vervuilingswaarde van een woonruimte is drie vervuilingseenheden indien die woonruimte bij het begin van het heffingsjaar of, indien de heffingsplicht in de loop van het heffingsjaar aanvangt, bij de aanvang van de heffingsplicht, wordt gebruikt door meer dan één persoon. Voor een woonruimte die op genoemd tijdstip door één persoon wordt gebruikt, wordt de vervuilingswaarde op één vervuilingseenheid vastgesteld.”.
Aan de hand van de feitelijke omstandigheden moet worden beoordeeld wie de gebruiker is. Ingeval er meerdere gebruikers zijn, is het noodzakelijk dat de ambtenaar belast met de heffing of het dagelijks bestuur beleidsregels opstelt op grond waarvan één van de gebruikers als heffingsplichtige kan worden aangewezen .”. Daaruit valt af te leiden dat de enkele omstandigheid dat er meer gebruikers zijn van een woonruimte voldoende is voor de desbetreffende vaststelling van het aantal vervuilingseenheden. De relatie tussen deze gebruikers wordt voor de heffing niet vastgesteld en is daarvoor ook niet relevant. Reeds om die reden, kan van strijd met de genoemde verdragsbepalingen geen sprake zijn. Datzelfde geldt mutatis mutandis ten aanzien van de aanwijzing van de oudste gebruiker als heffingsplichtige. De Verordening geeft daaromtrent evenmin regels.