Uitspraak
[klager]
klagers,
[beklaagde] ,
beklaagde.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 30 augustus 2016 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in een beschikking uitspraak gedaan inzake de klacht van klagers, beiden vertegenwoordigd door mr. D.C. Keuning, over het uitblijven van een strafvervolging tegen beklaagde, die verantwoordelijk was voor een fatale brand in een pand dat hij verhuurde. De advocaat-generaal, mr. H. Dijkstra, heeft in raadkamer verslag gedaan en beklaagde is gehoord in aanwezigheid van zijn advocaat, mr. T. van der Goot. Het hof heeft de vervolging van beklaagde bevolen ter zake van dood door schuld, gepleegd op 19 oktober 2013 te Leeuwarden.
De zaak draait om de vraag of beklaagde, als verhuurder, zijn zorgplicht heeft geschonden. De dood van het slachtoffer, die in een van de appartementen woonde, is het gevolg van een brand die zich snel verspreidde door het pand. Het hof heeft vastgesteld dat beklaagde, ondanks dat hij geen directe schuld had aan het ontstaan van de brand, wel verantwoordelijk was voor de brandveiligheid van het pand. Hij had nagelaten om de noodzakelijke maatregelen te treffen om te voldoen aan de brandveiligheidseisen, wat resulteerde in een situatie waarin het slachtoffer onvoldoende tijd had om het pand veilig te verlaten.
Het hof concludeert dat beklaagde aanmerkelijk nalatig is geweest in zijn verplichting om te zorgen voor de veiligheid van zijn huurders. De tekortkomingen in de bouwkundige staat van het pand, die niet voldeden aan de eisen van het Bouwbesluit 2012, zijn als oorzaak van het overlijden van het slachtoffer aangemerkt. Gezien de ernst van de situatie en de verantwoordelijkheden van beklaagde als professionele verhuurder, is het openbaar belang gediend met een strafvervolging.