Uitspraak
in eerste aanleg: verzoekster, verweerster in het tegenverzoek,
verweerder in het principaal hoger beroep, verzoeker in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg:verweerder, verzoeker in het tegenverzoek,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.2. Het geding in hoger beroep
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep met producties van [verzoekster] ;
- het faxbericht van mr. Van Otterloo van 29 juni 2016;
- het faxbericht van mr. Boot van 19 juli 2016 met de producties 7 tot en met 9;
- de op 22 juli 2016 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.
2 september 2016 of zoveel eerder als mogelijk is.
a. te bepalen dat [verweerder] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld als gevolg waarvan [verzoekster] op grond van artikel 7:673 lid 7 onderdeel c BW geen transitievergoeding aan [verweerder] is verschuldigd;
b. [verweerder] te veroordelen in de kosten van deze procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.
3.3. De feiten
“Wij hebben u en (...) aangesproken op jullie gedrag. Jullie zijn erg vrij in de omgang met collega ‘s en er wordt door jullie veel lichamelijk contact gemaakt met anderen. Wij hebben aangegeven dit gedrag niet te accepteren. U hoort niet op deze manier met uw collega’s om te gaan.Bij een volgend incident, zal er een officiële waarschuwing volgen. Wij verwachten van u dat u dit zult voorkomen.”
“Hierbij ontvangt u een bevestiging van het gesprek dat wij 16 mei jl. met u hadden. Bij dit gesprek waren tevens de heer [A] en de heer [B] aanwezig.
- van het gesprek op 20 januari 2016 met [medewerker 2] (hierna: [medewerker 2] ):
“Ik sta achter aan de lijn bij het inpakken, dus je ziet niet wat er achter je gebeurt. Hij heeft mij bij mijn middel gepakt en drukte zich tegen mij aan en zei:‘he schatje, hoe is het’. Ik keek hem aan en zei geschrokken: ‘doe dat anders even niet’. Ik hoorde later dat [medewerker 1] in de buurt stond en het heeft gezien en naar [medewerker 3] is gegaan om het te melden. Het is vaker gebeurd dat hij zijn handen in mijn zij legt, maar hij kwam nu wel heel dichtbij. Als dit gebeurt dan laat hij zijn handen opvallend lang in mijn zij liggen en knijpt dan een paar keer, waardoor dit extra ongemakkeljk wordt.
“Hij heeft mij een aantal keer schatje genoemd. Dit was een tijd voor 9 januari. Toen was hij net aan het werk op K&S. Ik wist niet wat ik er mee moest en dacht: ‘Oke…. en nu….’
“Ik kan wel tegen een grapje, maat hij bleef maar doorgaan over de massages die ik geef vanuit mijn werk als schoonheidsspecialist: ‘krijg ik korting of krijg ik een fullbody massage’ zei hij dan steeds.Hij heeft mij ook priveberichten gestuurd via facebook. Ik reageer er maar lacherig op om het af te wimpelen. Ik ben dan ook bang dat als ik boos reageer of er iets van zeg dat ik dan mijn baan misschien kwijt raak. Ik heb de tekstberichten naar mijn vader gestuurd en hij heeft wel aangegeven dat als hij nog een keer wat zou sturen, hij er wat mee zou doen.
“Vandaag heeft er een gesprek plaatsgevonden over de gedragingen van uw collega, de heer [verweerder] . U heeft bij de heer [medewerker 3] een melding gedaan van zijn gedragingen.Dit gesprek is onder andere bedoeld om uw kant van het verhaal te horen. Daarnaast hebben wij u gevraagd op u vaker met vergelijkbare incidenten bij [verzoekster] bent geconfronteerd en/of daarover verhalen hebt gehoord. U hebt daarover het volgende verteld:Ik heb een vrije functie, ik werk op zaterdag bij lijn 3 en 4. Ik zag dat [verweerder] een arm om [medewerker 2] deed en dat zij hysterisch reageerde. Ze schrok heel erg. Vervolgens kwam [verweerder] naar mij toe en gaf hij aan: ‘dat had ik beter niet kunnen doen.’ Toen zei ik: ‘het gebeurd wel vaker’.Bij [medewerker 5] gebeurt het ook regelmatig; arm om haar heen slaan terwijl ze het eigenlijk niet wil. Op facebook valt hij haar ook lastig. Ook bij [medewerker 6] ; hij valt haar lastig op facebook en raakt haar ook aan. Ze heeft mij verteld dat ze het niet prettig vindt en dat ze hem ook heeft geblokkeerd op facebook.[medewerker 5] is schoonheidsspecialist en doet ook massages. Hij heeft haar gevraagd:‘mag ik ook komen voor een massage met een happy end’.
“Hij stuurde mijn priveberichten via facebook. In eerste instantie dacht ik: acht, een geintje. Eind november/begin december is dit begonnen. ‘He lekker ding, kom je koffie drinken bij mij thuis?’ stuurde hij dan. Dit zou dan ons geheim zijn en daar mocht ik met niemand over praten. Ik heb de berichten niet meer, ik heb hem geblokkeerd op facebook.
van het gesprek op 25 januari 2016 met [medewerker 6] (hierna: [medewerker 6] ):
“Ik had hem als vriend op facebook en toen kreeg ik priveberichten van:‘he lekker ding, hoe is het ermee, kom je een keer op de koffie’. Ik heb hem toen geblokkeerd op facebook.Vervolgens sprak hij mij op het werk aan met: ‘he lekker ding’.Met kerst vroeg hij of ik een jurkje aan ging trekken op het werk. Toen heb ik gezegd: nee, ik kom hier om te werken en trek geen jurkje aan.Hij pakt je soms beet en dan reageer ik van: ik ben je vriendin niet. Maar dit heeft niet geholpen, daarna heeft hij het nog wel een aantal keer gedaan. Ik merk dat hij er andere bedoelingen mee heeft dan alleen vriendschappelijk is. De manier waarop hij je vastpakt, dat doe je meer als je een relatie hebt met elkaar.Ik was er blij mee dat [medewerker 1] er melding van heeft gemaakt. Ik was bang dat als ik het had gezegd, dat het misschien niet werd geloofd. Ik had de berichten op facebook ook verwijderd en dus geen bewijs.
“Het is ongeveer 3 jaar geleden en ik was toen 18 jaar. Ik weet dat nog omdat ik dacht nu ben ik niet meer minderjarig en dan sta ik misschien minder sterk. Ik kwam toen net te werken op zijn afdeling. Toen deed hij al bepaalde opmerkingen: ‘ [verweerder] . Love is in mijn naam’. Hij zocht later meer toenadering en ging mij kietelen. Hij stond dan achter mij en legde zijn handen in mijn zij. Toen gaven collega’s al aan: ‘wat heeft [verweerder] toch met je’. Later vroeg hij ook of hij mij naar huis mocht brengen. Ik verzon altijd smoesjes om eronder uit te komen. Hij heeft mij een keer naar het station in [Plaats] gebracht. Ik vond dat ook eng en zat helemaal te trillen. Hij stopte toen op een andere plek. Hij heeft zijn hand op mijn bovenbenen gelegd en vroeg toen wel of ik het wilde en toen bracht hij mij naar het station en bij het station heeft hij mij gezoend. Hij gaf aan dat als ik het niet wou ik het moest aangeven, maar het voelde alsof ik geen keuze had en ik durfde dat niet aan te geven omdat hij mijn baas was. Thuis heb ik heel hard gehuild. Ik schaamde mij ook heel erg. (...)Op facebook stuurde hij mij berichten: jij bent mijn droom en hij was verliefd op mij en wilde voor mij vechten (via priveberichten). In het begin heb ik nog veel geantwoord op zijn berichten, omdat ik dan normaal kon blijven werken. Later heb ik aangegeven dat ik dat niet wou en dat dit onmogelijk was omdat hij ook mijn baas is. Toen heeft hij mij vervolgens genegeerd en moest ik rotklusjes doen. Hij heeft mij via facebook geblokkeerd met de opmerking: dan geef ik bij deze mijn droom op.”
1 mei 2014 en 26 juni 2014.
van het gesprek op 2 februari 2016 met [medewerker 10] (hierna: [medewerker 10] ):
“Voordat hij naar K&S kwam wist ik al hoe hij in elkaar zat. Wij zijn toen al gewaarschuwd. Er werd aangegeven dat hij graag van meiden houdt en dat hij er hier al wel meerdere heeft gehad bij de [andere afdeling] . Voordat hij naar K&S kwam had hij via facebook ook veel contact met iemand anders. Hij vroeg dan of zij langs wou komen koffie drinken bij hem thuis.
e-mail van 5 februari 2016 aan [verzoekster] met betrekking tot de gebeurtenissen in 2013 onder andere het volgende vermeld:
“Op uw vraag wat ik mij kan herinneren over de gebeurtenissen rond de heer [verweerder] in 2013 kan ik het volgende melden:
“ Ik heb voor [verzoekster] in [vestigingsplaats] gewerkt in 2012 en in 2013. In 2012 was ik 20 jaar. In totaal heb ik een jaar daar gewerkt. Ik had contracten van een half jaar en werkte als uitzendkracht via Tempoteam. Ik werkte drie of vier dagen per week en soms minder als het rustig was, maar ook wel meer als het druk was. Tussen twee contracten van een half jaar moest ik een halfjaar stoppen.
“Ik heb als productiemedewerker bij [verzoekster] via het uitzendburo Tempoteam gewerkt. Ik werkte er in 2012 en in 2013, twee keer een half jaar. In totaal heb ik een jaar daar gewerkt. Mijn uren waren verschillend. Ik werkte drie of vier dagen per week.
4.4. De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in hoger beroep
5.6 Uit de verklaringen van de hiervoor vermelde medewerksters (met uitzondering van [oud werknemer 1] en [oud werknemer 2] ) blijkt dat zij de fysieke contacten van [verweerder] als zeer ongewenst hebben ervaren, dat zij zich schaamden en dat zij bang waren om niet geloofd te worden of om hun baan kwijt te raken. Van belang hierbij is dat [verzoekster] onbetwist heeft gesteld dat het om jonge medewerksters ging (vaak scholieren) die in het weekend werkten, dat [verweerder] ongeveer 30 jaar in leeftijd met hen verschilde en dat hij hun leidinggevende was. Zij hebben verklaard blij te zijn geweest dat [medewerker 1] van het voorval op 9 januari 2016 melding heeft gemaakt bij [verzoekster] en dat [verzoekster] een onderzoek heeft verricht.
9 januari 2016, onjuist is gebleken. Toen pas hebben de desbetreffende medewerk(st)ers het aangedurfd om openheid van zaken te geven en kwam onder andere de wijze waarop [verweerder] [medewerker 9] kort na de waarschuwing op 16 mei 2013 had benaderd, aan het licht.
a. zijn leeftijd (bijna 50 jaar);
b. [verweerder] heeft goed gefunctioneerd bij [verzoekster] ;
d. [verweerder] heeft een eenzijdig arbeidsverleden;
f. [verweerder] heeft slechte kansen op de arbeidsmarkt;
g. het diffamerend karakter van de aan zijn adres geuite verwijten in verband met potentiële werkgevers;
h. [verweerder] woont met zijn vriendin en met zijn studerende zoon in een koopwoning, waardoor hij gedwongen zal zijn tot verkoop van zijn woning.
Nog daargelaten dat [verzoekster] de juistheid van de onder e, f en h genoemde omstandigheden gemotiveerd heeft betwist zijn deze omstandigheden, in het licht van het ernstig verwijtbaar handelen van [verweerder] , van onvoldoende gewicht om te oordelen dat het geheel of gedeeltelijk niet toekennen van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van [verzoekster] zullen tot aan de bestreden beschikking worden vastgesteld op € 117,- voor verschotten (griffierecht) en op
€ 400,- voor salaris gemachtigde overeenkomstig het liquidatietarief (twee punten, € 200,- per punt).
6. De beslissing
18 augustus 2016.