ECLI:NL:GHARL:2016:6706
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Beschikking
- F.A.M. Bakker
- J.P. Bordes
- B.F.A. van der Krabben
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beklag inzake overlijden zoon en verzoek tot strafrechtelijk onderzoek
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 augustus 2016 uitspraak gedaan in een beklagprocedure. Klager, bijgestaan door mr. S.M. Diekstra, had een klaagschrift ingediend ter zake van het overlijden van zijn zoon op 24 januari 2010. Klager verzocht om kennisneming van het dossier en om vervolging in te stellen, omdat hij meende dat er mogelijk strafrechtelijke schuld van een derde aan het overlijden van zijn zoon was. Het hof heeft kennisgenomen van het schriftelijk verslag van de advocaat-generaal en de overige stukken in de zaak.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van het beklag beoordeeld aan de hand van artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel stelt dat een belanghebbende schriftelijk beklag kan doen over een beslissing van de officier van justitie tot niet verdere vervolging of het uitvaardigen van een strafbeschikking. Het hof heeft vastgesteld dat er geen sepotbeslissing door of namens de officier van justitie is genomen, en dat de gemachtigde van klager geen stukken heeft ingebracht die aanleiding geven tot de veronderstelling van een fictieve weigering.
Gelet op deze overwegingen heeft het hof geoordeeld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn beklag. De beslissing houdt in dat er geen verhoor van betrokkenen nodig is, en het hof heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier.