Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant1] ,
[appellante2],
[appellant3],
[appellant4],
[appellanten] c.s.,
IFS,
1.Het verdere verloop van het hoger beroep
Het hof heeft de zaak voor arrest geplaatst.
2.De verdere beoordeling inzake het incident
“De beschrijving aan de hand waarvan nauwkeurig kan worden bepaald welke vermogensbestanddelen van de Splitsende Vennootschap zullen overgaan op de Verkrijgende Vennootschap I, de Verkrijgende Vennootschap II en de Verkrijgende Vennootschap III is alsBijlage Eaan dit voorstel gehecht(“Beschrijving”).”
Op de Verkrijgende Vennootschap II gaan over alle rechten en verplichtingen uit bestaande rechtsverhoudingen met betrekking tot centrale betaling, waaronder begrepen maar niet beperkt tot de Accessoire Rechten. In de overdracht zijn tevens begrepen leveringen die zijn ontstaan in het kader van de centrale betaling.Voor zover de Splitsende Vennootschap het eigendomsrecht heeft van aan haar aangesloten geleverde zaken, gaat de eigendom van deze zaken eveneens over op de Verkrijgende Vennootschap II”
gehelevermogen van Intres is overgegaan op de door splitsing verkrijgende rechtspersonen en binnen de Beschrijvingen de verkrijging door Euretco Financial Services het meest lijkt aan te sluiten op een verbintenis waarop [appellanten] c.s. hun rechtsvordering wensen te baseren (de gestelde verbintenis is immers herleidbaar tot een vorm van financiële dienstverlening door destijds IFS). Daar komt bij dat [appellanten] c.s., anders dan zij betogen, door de aanwijzing van Euretco Financial Services niet worden benadeeld in hun verhaalsmogelijkheden.
3.Verdere beoordeling in de hoofdzaak
volledigeprocesdossier in eerste aanleg alsnog bij akte in het geding te brengen.
dinsdag 13 september 2016voor akte aan de zijde van [appellanten] c.s. zoals bedoeld in rechtsoverweging 3.1 alsmede voor memorie van antwoord aan de zijde van EFS;