ECLI:NL:GHARL:2016:6527

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
29 juli 2016
Publicatiedatum
12 augustus 2016
Zaaknummer
21-006807-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling na verwijzing en gedeeltelijke vrijspraak in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van voorarrest, voor meerdere feiten, waaronder diefstal met geweld. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld na een vernietiging van het eerdere arrest door de Hoge Raad der Nederlanden, die de zaak had terugverwezen voor herbeoordeling van de strafoplegging en de bewijsvoering met betrekking tot een specifiek feit. Tijdens de zitting heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor het onder 5 tenlastegelegde feit heeft gevraagd, en een gevangenisstraf van 12 weken voor de overige feiten. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij het onder 5 tenlastegelegde feit had begaan, en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Voor de overige feiten heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 weken, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest. Daarnaast heeft het hof de tenuitvoerlegging gelast van eerder voorwaardelijk opgelegde straffen, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de raadsman van de verdachte, en de motivering van de strafoplegging is opgenomen in het proces-verbaal van de zitting.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-006807-15
Uitspraak d.d.: 29 juli 2016
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 25 september 2012 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers
07-660245-12, 07-690143-12 en 07-690402-12, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummers 23-004759-07,
07-660339-10, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,
wonende te [adres] ,
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Lelystad te Lelystad.

Procesgang en omvang van het hoger beroep

Ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 11 september 2012 zijn de bij afzonderlijke dagvaardingen met parketnummers 07-660032-12, 07-690143-12 en 07-690402-12 tegen de verdachte aangebrachte zaken, gevoegd en opnieuw genummerd. De feiten tenlastegelegd onder parketnummer 07-660032-12 zijn genummerd als feit 1 tot en met 3, het feit tenlastegelegd onder parketnummer 07-690143-12 is opgenomen als feit 4 en de feiten tenlastegelegd onder parketnummer 07-690402-12 zijn opgenomen als feit 5, 6 en 7. Bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 25 september 2012 is verdachte veroordeeld ter zake het onder 1, 2, 3, 4, 5 subsidiair, 6 en 7 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van het voorarrest. Tevens zijn de vorderingen tenuitvoerleggingen met parketnummers 07-66033-10 en 23-004759-07 toegewezen.
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad hoger beroep ingesteld.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft in hoger beroep bij arrest van 7 augustus 2014 de verdachte - met vernietiging van voornoemd vonnis - vrijgesproken ter zake van het onder 2, 5 primair en 6 tenlastegelegde en veroordeeld ter zake van het onder 1, 3, 4, 5 subsidiair en 7 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van het voorarrest, en voorts inzake de parketnummers 23-004759-07 en 07-660339-10 de tenuitvoerlegging gelast van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraffen van respectievelijk 6 maanden en 50 dagen.
Tegen dit arrest heeft de verdachte beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 3 november 2015 het bestreden arrest vernietigd, doch uitsluitend voor wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 5 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak is teruggewezen naar dit gerechtshof teneinde de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te berechten en af te doen.
Vorenstaande resulteert erin dat naast de strafoplegging alleen het onder 5 tenlastegelegde door het hof dient te worden beoordeeld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is - na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad - gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 29 juli 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vrijspraak van het onder 5 tenlastegelegde en tot bepaling van de straf ter zake van het onder 1, 3, 4 en 7 tenlastegelegde op een gevangenisstraf van 12 weken, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest, alsmede toewijzing van de vorderingen tenuitvoerlegging met parketnummers 23-004759-07 en 07-660339-10. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. D. Emmelkamp, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis - voor zover het de beslissing ten aanzien van feit 5 betreft - vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is - voor zover in dit hoger beroep nog van belang - tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 07-690402-12 (gevoegd):
5 primair:
hij op of omstreeks 22 november 2011 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk locomotief Amsterdam), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een nog onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (werkzaam als respectievelijk hoofdagent en aspirant bij de regiopolitie Amsterdam-Amstelland), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, (met kracht) een fiets richting [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gegooid;
5 subsidiair:
hij op of omstreeks 22 november 2011 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (van het merk Locomotief Amsterdam), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een nog onbekend gebleven persoon), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5 meer subsidiair:
hij op of omstreeks 22 november 2011 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een fiets (van het merk Locomotief Amsterdam), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een nog onbekend gebleven persoon, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, aan die fiets heeft gevoeld en/of gezeten (teneinde zich ervan te vergewissen of die fiets op slot stond) en/of die fiets naar voren heeft bewogen en/of op die fiets is gaan zitten (teneinde weg te fietsen), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de verdediging, mede gelet op het in de onderhavige zaak gewezen arrest van de Hoge Raad, is het hof van oordeel dat zowel het onder 5 primair, als onder 5 subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde in de zaak met parketnummer 07‑690402-12 niet wettig en overtuigend bewezen kan worden, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Niet bewezen kan worden dat de fiets aan een ander toebehoort.
Oplegging van de straf voor het bij arrest van het gerechtshof Leeuwarden van 7 augustus 2014, onder parketnummer 21-001063-13, onder 1, 3, 4 en 7 bewezen verklaarde
Het hof heeft onmiddellijk na het onderzoek ter terechtzitting uitspraak gedaan in aanwezigheid van verdachtes raadsman. De strafoplegging is toen mondeling gemotiveerd. Die motivering is opgenomen in het proces-verbaal van die zitting en dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. Die aldus gemotiveerde strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 29 oktober 2008 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, parketnummer 23-004759-07. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 30 mei 2011 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 50 dagen, parketnummer 07-660339-10. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis voor zover het de beslissing ten aanzien van feit 5 betreft en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 07-690402-12 onder 5 primair, 5 subsidiair, 5 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte voor het (bij arrest van 7 augustus 2014) onder 1, 3, 4 en 7 bewezen verklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 29 oktober 2008, parketnummer 23-004759-07, te weten van: een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 30 mei 2011, parketnummer 07-660339-10, te weten van: een
gevangenisstrafvoor de duur van
50 (vijftig) dagen.
Aldus gewezen door
mr. P. Koolschijn, voorzitter,
mr. J. Dolfing en mr. E.G. Smedema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Nicolai, griffier,
en op 29 juli 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. E.G. Smedema is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.