ECLI:NL:GHARL:2016:6406
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Intrekking van hoger beroep in kort geding zonder indienen van grieven
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door appellanten, waaronder een besloten vennootschap, tegen een geïntimeerde. De procedure in eerste aanleg vond plaats bij de rechtbank Gelderland, waar een vonnis werd gewezen op 12 december 2014, dat later werd gewijzigd. De appellanten hebben op 6 januari 2015 hoger beroep ingesteld, maar hebben in de daaropvolgende periode geen memorie van grieven ingediend, ondanks meerdere roldata. Op 24 mei 2016 verzochten de appellanten om intrekking van het hoger beroep, maar het hof oordeelde dat dit niet meer mogelijk was, aangezien de termijn voor het indienen van grieven was verstreken. De procesvertegenwoordiger van de besloten vennootschap had zich onttrokken, wat de situatie verder compliceerde. Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat het hoger beroep niet naar de eisen van de wet was onderbouwd, omdat er geen gronden waren aangevoerd en geen memorie van grieven was ingediend. Het hof heeft het hoger beroep verworpen en de appellanten veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, inclusief het salaris van de advocaat en het griffierecht.