Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had de naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting van € 261.750, opgelegd aan belanghebbende, vernietigd. De Inspecteur was van mening dat de vrijstelling van overdrachtsbelasting niet van toepassing was, omdat de onroerende zaak, die op 1 oktober 2007 aan belanghebbende was geleverd, niet als nieuwbouw kon worden gekwalificeerd. Belanghebbende, een B.V., had de onroerende zaak gekocht van [G] B.V. en had plannen voor nieuwbouw, waarbij de oude gevel behouden bleef. De Inspecteur stelde dat de oude voorgevel bleef staan en dat er geen functiewijziging was, waardoor er geen sprake was van nieuwbouw. Het Hof oordeelde echter dat de werkzaamheden aan het pand dermate ingrijpend waren dat in wezen nieuwbouw had plaatsgevonden. Het Hof concludeerde dat de vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing was, omdat de levering van de onroerende zaak op 1 oktober 2007 als een nieuw vervaardigde onroerende zaak moest worden beschouwd. Het hoger beroep van de Inspecteur werd ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De proceskosten van belanghebbende werden vergoed.