ECLI:NL:GHARL:2016:6177

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 juli 2016
Publicatiedatum
28 juli 2016
Zaaknummer
21-005265-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met vernietiging van bijkomende straf in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1962, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling van 10 maanden gevangenisstraf, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling voor alcoholproblematiek. De rechtbank had ook bepaald dat de verdachte gedurende 5 jaren niet het beroep van PGB-begeleider en/of hulpverlener van minderjarigen mocht uitoefenen.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in grote lijnen bevestigd, maar heeft de bijkomende straf van ontzetting uit het beroep van PGB-begeleider en/of hulpverlener van minderjarigen vernietigd. Het hof oordeelde dat de eerste rechter op juiste gronden had geoordeeld en dat de opgelegde straf en de beslissing ten aanzien van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 2.560,90 had gevorderd, correct waren. De vordering van de benadeelde partij werd toegewezen, met wettelijke rente vanaf 1 december 2013.

De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 15 maanden geëist, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Het hof heeft echter besloten om de opgelegde bijkomende straf niet aan de verdachte op te leggen, maar heeft het vonnis voor het overige bevestigd. De beslissing is genomen na onderzoek op de terechtzitting van 14 juli 2016 en de eerdere zitting in eerste aanleg.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005265-15
Uitspraak d.d.: 28 juli 2016
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 10 september 2015 met parketnummer 18-830368-14 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962,
wonende te [woonplaats]

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 14 juli 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling ter zake het primair aan verdachte tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren en met als bijzondere voorwaarden reclasseringscontact, een ambulante behandeling bij AFP Noord en een ambulante behandeling bij Verslavingszorg Noord Nederland. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen tot een bedrag van € 5689,--, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en vermeerderd met de wettelijke rente. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. G.W. van der Zee, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank Noord-Nederland heeft verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaren. Aan de voorwaardelijke straf heeft de rechtbank de bijzondere voorwaarden gekoppeld van - samengevat - reclasseringstoezicht, behandeling in verband met het seksuele delict bij de ambulante Forensische Psychiatrie Noord of soortgelijke ambulante forensische instelling en behandeling voor de alcoholproblematiek bij Verslavingszorg Noord Nederland of soortgelijke instelling.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaalt dat verdachte gedurende 5 jaren wordt ontzet uit het recht om het beroep van PGB-begeleider en/of hulpverlener van minderjarigen uit te oefenen. Voorts heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] toegewezen tot het bedrag van € 2.560,90, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
1 december 2013 en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Het overige deel van de vordering van de benadeelde partij is afgewezen.
Het hof is van oordeel dat de eerste rechter op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom dient het vonnis waarvan beroep met overneming van die gronden, de opgelegde straf en de beslissing ten aanzien van de benadeelde partij te worden bevestigd,
behalve voor zover het betreft de aan de verdachte opgelegde bijkomende straf, inhoudende dat veroordeelde gedurende vijf jaren wordt ontzet uit het recht om het beroep van PGB-begeleider en/of hulpverlener van minderjarigen uit te oefenen.
Deze bijkomende straf zal het hof niet aan verdachte opleggen.
Gezien het vorenstaande zal het vonnis waarvan beroep op dat onderdeel worden vernietigd en zal in zoverre opnieuw worden rechtgedaan.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de bijkomende straf, inhoudende dat veroordeelde gedurende vijf jaren wordt ontzet uit het recht om het beroep van PGB-begeleider en/of hulpverlener van minderjarigen uit te oefenen en doet in zoverre opnieuw recht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep - zoals hiervoor overwogen - voor het overige.
Aldus gewezen door
mr. O. Anjewierden, voorzitter,
mr. A.J. Rietveld en mr. A. van Holten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 28 juli 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. A. van Holten is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.