Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
de man,
de vrouw,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van de partneralimentatie en de nihilstelling daarvan per 1 juli 2019. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in eerste aanleg een verzoek ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, waarin hij vroeg om wijziging van de alimentatie die hij aan de vrouw, verweerster in hoger beroep, dient te betalen. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, waarop de man in hoger beroep is gegaan. Het huwelijk van partijen is ontbonden op 24 januari 2013, en de rechtbank had eerder bepaald dat de man een bedrag van € 6.158,- per maand aan de vrouw dient te betalen. De man stelt dat zijn inkomen is gewijzigd en dat er relevante omstandigheden zijn die een herbeoordeling van de alimentatie rechtvaardigen. Het hof heeft echter vastgesteld dat de man niet voldoende heeft aangetoond dat zijn inkomen is verminderd en dat er geen relevante wijziging van omstandigheden is die een verlaging van de alimentatie rechtvaardigt. Ook het verzoek om de alimentatie per 1 juli 2019 op nihil te stellen is afgewezen, omdat er geen aanwijzingen zijn dat de vrouw dan niet meer behoeftig zal zijn. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst de verzoeken van de man af.