ECLI:NL:GHARL:2016:5752

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 juli 2016
Publicatiedatum
14 juli 2016
Zaaknummer
200.185.404
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming nieuwe bewindvoerder na opheffing bewind door kantonrechter

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van het bewind van betrokkene, die onder bewind was gesteld vanwege financiële problemen. De kantonrechter had op 12 november 2015 het bewind opgeheven, omdat het niet meer zinvol zou zijn. Betrokkene, geboren in 1988, had eerder inkomsten onttrokken aan het bewind en verzocht om het bewind te beëindigen. In hoger beroep verzocht hij het hof om het bewind voort te zetten en een nieuwe bewindvoerder te benoemen, omdat hij zijn leven wilde beteren en zijn schulden wilde afbetalen. Het hof heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Betrokkene erkende zijn fouten en gaf aan dat hij begeleiding nodig had. De bewindvoerder, Findool B.V., had geen bezwaar tegen de benoeming van een nieuwe bewindvoerder, Stichting Doe Mee(r). Het hof oordeelde dat betrokkene nog een kans moest krijgen om te laten zien dat hij in staat was om zich aan de afspraken te houden. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd, Findool B.V. ontslagen als bewindvoerder en Stichting Doe Mee(r) benoemd tot nieuwe bewindvoerder, met de voorwaarde dat betrokkene zich aan de afspraken houdt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.185.404
(zaaknummer rechtbank Overijssel, 4294553)
beschikking van 14 juli 2016
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.P. Smit te Almelo,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Findool B.V.,
gevestigd te Nijverdal,
verweerster in hoger beroep,
verder te noemen: de bewindvoerder.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, Team Toezicht-Bewindsbureau, locatie Almelo van 12 november 2015, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift, ingekomen op 9 februari 2016;
- een brief van de bewindvoerder van 7 maart 2016, ingekomen op 9 maart 2016;
- een brief van de bewindvoerder van 4 mei 2016, ingekomen op 9 mei 2016;
-een journaalbericht van mr. Smit van 9 juni 2016 met productie, ingekomen op
10 juni 2016;
- een journaalbericht van mr. Smit van 10 juni 2016 met productie, ingekomen op
13 juni 2016.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 17 juni 2016 plaatsgevonden. Betrokkene is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn advocaat en vergezeld van [A.], begeleider van betrokkene. De bewindvoerder is met kennisgeving vooraf niet verschenen.

3.De vaststaande feiten

3.1
Betrokkene is geboren op [geboortedatum] 1988.
3.2
Bij beschikking van 1 februari 2013 heeft de kantonrechter de goederen van betrokkene onder bewind gesteld en [B.], handelende onder de naam Imbb.Pro-Tekt, gevestigd te Goor, tot bewindvoerder benoemd. Bij beschikking van 31 juli 2014 heeft de kantonrechter [B.] als bewindvoerder ontslagen met ingang van de dag na de datum van de beschikking en Findool B.V. benoemd tot bewindvoerder. Voorts heeft de kantonrechter bepaald dat na ommekomst van een periode van zes maanden na de datum van de beschikking het bewind ter zitting zal worden geëvalueerd.
3.3
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de kantonrechter op 16 juli 2015, heeft de bewindvoerder verzocht om het bewind op te heffen, omdat betrokkene wederom inkomsten uit het bewind heeft onttrokken. Betrokkene heeft bij brief van 6 augustus 2015 kenbaar gemaakt dat hij graag wil stoppen met het bewind en dat hij zijn financiën weer in eigen beheer wil doen.
3.4
Bij de bestreden beschikking van 12 november 2015 heeft de kantonrechter het bewind over de goederen van betrokkene met ingang van de datum van die beschikking opgeheven.

4.De omvang van het geschil

Betrokkene is met één grief in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Hij verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, ten aanzien van hem het bewind voort te zetten met ontslag van Findool B.V. als bewindvoerder en met benoeming van Stichting Doe Mee(r) te Hengelo tot bewindvoerder.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Ingevolge artikel 1:449 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van het bewind niet zinvol is gebleken, het bewind opheffen op verzoek van de bewindvoerder of van degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432, eerste en tweede lid BW, dan wel ambtshalve.
Op grond van artikel 1:448 lid 2 BW wordt een bewindvoerder ontslag verleend hetzij op eigen verzoek hetzij wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van een medebewindvoerder, de rechthebbende of het openbaar ministerie dan wel ambtshalve.
5.2
Betrokkene is van mening dat de kantonrechter ten onrechte heeft geconcludeerd dat voortzetting van het bewind niet zinvol is gebleken. Hij erkent dat hij wel eens inkomsten op een bepaalde rekening heeft laten binnen komen, zonder dit aan de bewindvoerder te melden. Hij meende daarvoor echter altijd een goede reden te hebben.
Het bewind is zonder een zitting acuut opgeheven. Volgens betrokkene heeft hij hierdoor geen kans meer gehad zijn leven te beteren en te laten zien dat hij voldoende doordrongen is van de noodzaak tot handhaving van het bewind. Nu de praktijk heeft uitgewezen dat hij niet in staat is om zijn eigen financiële belangen voldoende te behartigen en blijkt dat hij ondanks het bewind nog een schuldenlast heeft van meer dan € 20.000,-, heeft hij een nieuwe bewindvoerder gezocht die toch bereid is om het bewind van de huidige bewindvoerder over te nemen.
5.3
De bewindvoerder heeft in eerste aanleg aangevoerd dat betrokkene in de periode van augustus 2014 tot december 2014 via een uitzendbureau heeft gewerkt en de inkomsten die hij daarmee heeft verdiend heeft laten overmaken op een bankrekening, waarvan de bevindvoerder niet op de hoogte was. Verder heeft betrokkene ook in de periode januari 2015 tot en met april 2015 gewerkt en zijn inkomsten toen weliswaar laten overmaken op de leefgeldrekening, maar het geld direct weer van de rekening opgenomen. Betrokkene is sinds 16 juni 2015 wederom werkzaam via een uitzendbureau. Hij heeft buiten medeweten van de bewindvoerder een rekening geopend waarop zijn inkomsten binnenkomen.
De bewindvoerder is van mening dat het bewind niet adequaat kan worden uitgevoerd, omdat betrokkene ondanks gemaakte afspraken herhaaldelijk goederen aan het bewind heeft onttrokken. De bewindvoerder is van mening dat het bewind dient te worden opgeheven, aangezien betrokkene blijk geeft zich hieraan niet te willen conformeren.
5.4
Betrokkene heeft ter mondelinge behandeling verklaard dat hij zich ervan bewust is dat hij domme fouten heeft gemaakt en dat het een impulsieve actie van hem is geweest om de brief van 6 augustus 2015 te schrijven. Hij is daarin vergeten te schrijven waarom hij het bewindvoerderschap van Findool B.V. wilde beëindigen. Hij is later geschrokken van wat hij in de brief heeft gezet. Het wederzijds vertrouwen tussen Findool B.V. en hem is ernstig beschadigd. Hij realiseert zich ook dat hij grove fouten heeft gemaakt en nalatig is geweest in het tijdig aan Findool B.V. doorgeven dat hij werk had, maar hij wilde aan het werk om zijn schulden af te betalen. Zijn Wajong-uitkering alleen is te weinig om zijn schulden af te betalen. Hij had een meningsverschil met Findool B.V. over de reiskosten. Het is niet zo dat hij verzwegen heeft dat hij werk had. Hij is afgekeurd vanwege psychische problemen. Hij begrijpt dingen moeilijker en heeft meer uitleg nodig dan een gemiddeld iemand, Hij heeft een indicatie dat hij begeleid moet worden. Hij is gediagnosticeerd met een borderline stoornis, een licht verstandelijke beperking en een posttraumatische stressstoornis.
Hij woont nu zelfstandig onder toezicht en krijgt begeleiding. Met ingang van 20 juni 2016 werkt hij als logistiek medewerker bij een transportbedrijf in [plaatsnaam]. Met zijn verdiensten wil hij zijn schulden gaan afbetalen. Een bewind is nodig om rust te creëren. Stabiliteit is voor hem het belangrijkste, alsmede een bewindvoerder die enig begrip toont. Hij heeft twee gesprekken gehad met de beoogde bewindvoerder Stichting Doe Mee(r). Deze heeft hem op het hart gedrukt dat als hij nog een keer iets fout doet of achter houdt, zij er gelijk mee stopt. Hij weet en beseft dat hij fouten heeft gemaakt en dat hij over bepaalde zaken meer open kaart had moeten spelen. Hulp is meer dan welkom en die zal hij accepteren. Hij weet en beseft dat dit zijn laatste kans is. Alleen met een bewind kan hij er weer bovenop komen, aldus nog steeds betrokkene.
5.5
De dagelijkse begeleider van betrokkene heeft ter mondelinge behandeling verklaard dat betrokkene bij de dagelijkse dingen begeleid wordt en dat er drie tot vier maal per week een bezoekje aan hem gebracht wordt. Het is de problematiek van betrokkene die maakt dat hij zijn leven zelf niet op orde kan houden. Het gaat bij betrokkene echt om vertrouwen. De begeleiding is adviserend. Betrokkene moet zelf keuzes maken en dat gaat niet altijd even goed. Betrokkene handelt vanuit emoties en denkt niet goed na over wat de gevolgen zijn. Een bewind is absoluut nodig, aldus de begeleider.
5.6
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat betrokkene nog een kans dient te krijgen om te laten zien dat hij voldoende doordrongen is van de noodzaak tot bewind en om te laten zien dat hij zich goed aan de afspraken met de bewindvoerder kan houden.
Uit de stukken en het verhoor ter mondelinge behandeling is voorts voldoende aannemelijk geworden dat betrokkene als gevolg van zijn geestelijke en/of lichamelijke toestand nog steeds tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen waar te nemen en dat ten aanzien van betrokkene het bewind dient te worden voortgezet.
Het hof zal conform het verzoek van betrokkene en nu de bewindvoerder daartegen geen verweer heeft gevoerd Findool B.V. ontslaan als bewindvoerder en de Stichting Doe Mee(r) tot bewindvoerder benoemen.
5.7
Het vorenstaande betekent dat Findool B.V. zal worden ontslagen als bewindvoerder onder gelijktijdige benoeming van Stichting Doe Mee(r) tot bewindvoerder. Tegen de voorgestelde bewindvoerder zijn geen bezwaren gerezen. Stichting Doe Mee(r) heeft zich bereid verklaard als bewindvoerder over de vermogensbestanddelen van betrokkene te worden benoemd onder de nadrukkelijke bepaling dat de bereidverklaring alleen zal gelden als betrokkene belooft zich goed aan de afspraken te houden, hetgeen betekent geen fraude, geen bedrog, niet willens en wetens foute of onjuiste informatie aan de bewindvoerder verstrekken etcetera. Gebeurt dit wel dan zal Stichting Doe Mee(r) haar werkzaamheden als bewindvoerder direct staken en ontslag vragen bij de rechtbank. Betrokkene heeft verklaard dat hij zich daarvan bewust is en dat hij beseft dat dit zijn laatste kans is.

6.De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, slaagt de grief. Het hof zal de bestreden beschikking vernietigen, Findool B.V. met ingang van de dag na de datum van deze beschikking ontslaan als bewindvoerder en Stichting Doe Mee(r) tot bewindvoerder benoemen.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, Team Toezicht-Bewindsbureau, locatie Almelo, van 12 november 2015, en opnieuw beschikkende:
ontslaat Findool B.V. als bewindvoerder met ingang van de dag na de datum van deze beschikking;
benoemt met ingang van de dag na de datum van deze beschikking tot bewindvoerder Stichting Doe Mee(r), Postbus 8064, 7550 KB te Hengelo;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. K.J. Haarhuis, A. Smeeïng-van Hees en
F.J. de Vries, bijgestaan door F.E. Knoppert als griffier, en is op 14 juli 2016 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.