ECLI:NL:GHARL:2016:5662
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van een vonnis in hoger beroep inzake verkrachting met verbeterde motivering van de opgelegde straf en maatregel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juli 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, dat op 14 maart 2016 was gewezen. De verdachte, die eerder was veroordeeld voor verkrachting, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin hij was veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een verbeterde motivering van de opgelegde straf en maatregel. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de verkrachting van zijn buurvrouw, waarbij hij haar in haar eigen huis heeft bedreigd en gedwongen tot seksuele handelingen. Het hof heeft de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer zwaar laten meewegen in de beslissing. De verdachte heeft een geschiedenis van geweldsdelicten en een hoog recidiverisico, wat heeft geleid tot de beslissing om de TBS-maatregel met verpleging van overheidswege op te leggen. Het hof heeft ook de vordering van de benadeelde partij in stand gelaten, waarbij het hof heeft overwogen dat de schadevergoeding niet ten laste van de Staat mag komen. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 36f, 37a, 37b en 242 van het Wetboek van Strafrecht, die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde feit.