ECLI:NL:GHARL:2016:5317

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
30 juni 2016
Publicatiedatum
29 juni 2016
Zaaknummer
21-002575-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met gewonden door onvoorzichtig rijgedrag

Op 30 juni 2016 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een verkeersongeval dat plaatsvond op 10 augustus 2014 in [plaats]. De verdachte, die in haar auto achter een groepje jongens aanreed, raakte twee fietsers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Het hof oordeelde dat de verdachte 'aanmerkelijk onvoorzichtig' en/of 'onoplettend' had gereden, maar niet 'roekeloos'. De verdachte had de jongens willen aanspreken omdat zij haar hond lastiggevallen hadden. Tijdens het rijden achter de jongens aan, verloor zij de controle en botste tegen een lantaarnpaal, waardoor [slachtoffer 1] ernstig gewond raakte en [slachtoffer 2] onder de auto terechtkwam. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van de zwaardere aanklachten, maar verklaarde haar wel schuldig aan de lichtere vorm van schuld. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, een taakstraf van 180 uur en een rijontzegging van 1 jaar.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002575-15
Uitspraak d.d.: 30 juni 2016
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 16 april 2015 met parketnummer 18-730317-14 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 16 juni 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot:
  • vernietiging van het vonnis;
  • vrijspraak van het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 meer subsidiair (schuld in de vorm van roekeloosheid) en 2 meer subsidiair ten laste gelegde;
  • veroordeling ter zake van het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met een proeftijd van 2 jaren, een werkstraf van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis en oplegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 2 jaren;
  • veroordeling ter zake van het onder 2 meer subsidiair ten laste gelegde tot een werkstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis en oplegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. T. van der Goot, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair:
zij op of omstreeks 10 augustus 2014
te of bij [plaats] , in ieder geval in de gemeente [gemeente] ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven,
met dat opzet (naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd (vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen), als bestuurster van een (personen)auto, daarmee rijdende,
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waaronder die [slachtoffer 1] ) over een of meerdere weg(en) in [plaats] heeft achtervolgd en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) heeft aangesproken met de vraag waar die een of meerdere fietsende perso(o)n(en) was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat die [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als bestuurder(s) van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] )) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse,) met die door verdachte bestuurde (personen)auto dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 1] op dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1] ),
met die door verdachte bestuurde (personen)auto tegen die [slachtoffer 1] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is aangereden/opgebotst, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en (vervolgens) (onder meer met zijn hoofd) op dat/een voetpad/fietspad terecht is gekomen, althans is gevallen, en/of die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel van) die lantaarnpaal is terechtgekomen en/of die lantaarnpaal geheel of gedeeltelijk op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. subsidiair:
zij op of omstreeks 10 augustus 2014
te of bij [plaats] , in ieder geval in de gemeente [gemeente] ,
aan een persoon (te weten [slachtoffer 1] ), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten meerdere schedelfracturen en/of een fractuur van de wand van een oogkas en/of een fractuur van de buitenste wand van de linker neusbijholte en/of een bloeding tussen de schedelbot en de harde hersenvlies en/of bloedingen in het overgangsgebied van een deel van de hersenstam en/of meerdere bloedingen en kneuzingen van het hersenweefsel en/of een bloeding rond de linker oogzenuw, waardoor een (mogelijk blijvende) visusbeperking van het linker oog is ontstaan, in elk geval zwaar hoofdletsel), heeft toegebracht,
door met dat opzet, (naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd (vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen), als bestuurster van een (personen)auto, daarmee rijdende,
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waaronder die [slachtoffer 1] ) over een of meerdere weg(en) in [plaats] heeft achtervolgd en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) heeft aangesproken met de vraag waar die een of meerdere fietsende pers(o)n(en) was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat die [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als bestuurder(s) van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] )) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens),
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse,) met die door verdachte bestuurde (personen)auto dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)nen op dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1] ),
met die door verdachte bestuurde (personen)auto tegen die [slachtoffer 1] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is aangereden/opgebotst, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en (vervolgens) (onder meer met zijn hoofd) op dat/een voetpad/fietspad terecht is gekomen, althans is gevallen, en/of die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel van) die lantaarnpaal is terechtgekomen en/of die lantaarnpaal geheel of gedeeltelijk op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen;
1. meer subsidiair:
zij op of omstreeks 10 augustus 2014
te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente] ,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg [adres 1] en/of een nabij gelegen voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] )), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft/is verdachte met dat door haar bestuurde motorrijtuig (personenauto) roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, (naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd (vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen),
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waaronder [slachtoffer 1] ) over een of meerdere weg(en) in [plaats] achtervolgd en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) aangesproken met de vraag waar die een of meerdere fietsende pers(o)n(en) was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) aldaar, en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als bestuurder(s) van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] )) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze haar weg op de voor auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse,) met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) dat voetpad/fietspad opgereden en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 1] op dat voetpad/fietspad met dat motorrijtuig (personenauto) achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1] ),
met dat motorrijtuig (personenauto) tegen die [slachtoffer 1] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en (vervolgens) (onder meer met zijn hoofd) op dat/een voetpad/fietspad terecht is gekomen, althans is gevallen, en/of die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel van) die lantaarnpaal is terechtgekomen en/of die lantaarnpaal geheel of gedeeltelijk op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen,
waardoor een ander, genaamd [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere schedelfracturen en/of een fractuur van de wand van een oogkas en/of een fractuur van de buitenste wand van de linker neusbijholte en/of een bloeding tussen de schedelbot en de harde hersenvlies en/of bloedingen in het overgangsgebied van een deel van de hersenstam en/of meerdere bloedingen en kneuzingen van het hersenweefsel en/of een bloeding rond de linker oogzenuw, waardoor een (mogelijk blijvende) visusbeperking van het linker oog, in elk geval zwaar hoofdletsel, is ontstaan, en/of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
1.
meest subsidiair:
zij op of omstreeks 10 augustus 2014
te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente] ,
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd (vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen), als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende,
- meerdere fietsende perso(o)n(en), waaronder een persoon genaamd [slachtoffer 1] , op een of meerdere weg(en) in [plaats] heeft achtervolgd en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren) (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat die [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als bestuurder(s) van de door hem/hen bestuurde fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] )) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse,) met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 1] en/of een of meerdere andere perso(o)nen op dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1] ),
met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) tegen die [slachtoffer 1] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is aangereden/opgebotst, tengevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en (vervolgens) (onder meer met zijn hoofd) op dat/een voetpad/fietspad terecht is gekomen, althans is gevallen, en/of die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel van) die lantaarnpaal is terechtgekomen en/of die lantaarnpaal geheel of gedeeltelijk op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] terecht is gekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg(en) werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg(en) werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2 primair:
zij op of omstreeks 10 augustus 2014
te of bij [plaats] , in ieder geval in de gemeente [gemeente] ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven,
met dat opzet (naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd (vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen), als bestuurster van een (personen)auto, daarmee rijdende,
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waar onder die [slachtoffer 2] ) over een of meerdere weg(en) heeft achtervolgd en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) heeft aangesproken met de vraag waar die een of meerdere fietsende personen was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat die [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als bestuurder(s) van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] )) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse,) met die door verdachte bestuurde (personen)auto dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)nen op dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 2] ),
met die door verdachte bestuurde (personen)auto tegen die [slachtoffer 2] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is aangereden/opgebotst, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk onder die (personen)auto terecht is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 subsidiair:
zij op of omstreeks 10 augustus 2014
te of bij [plaats] , in ieder geval in de gemeente [gemeente] ,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, te weten [slachtoffer 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet (naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd (vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen), als bestuurster van een (personen)auto, daarmee rijdende,
- een of meerdere fietsende perso(o)n(en) (waar onder die [slachtoffer 2] ) over een of meerdere weg(en) heeft achtervolgd en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren)
- een of meerdere andere perso(o)n(en) heeft aangesproken met de vraag waar die een of meerdere fietsende personen was/waren gebleven en/of (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat die [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) als bestuurder van zijn/hun fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] )) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse,) met die door verdachte bestuurde (personen)auto dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) op dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 2] ),
met die door verdachte bestuurde (personen)auto tegen die [slachtoffer 2] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is aangereden/opgebotst, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk onder die (personen)auto terecht is gekomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 meer subsidiair:
zij op of omstreeks 10 augustus 2014
te [plaats] , in elk geval in de gemeente [gemeente] ,
(naar aanleiding van een (vermeend) incident met betrekking tot het uitdagen/opruien van een of meerdere hond(en) en teneinde de voor voornoemd (vermeend) incident aansprakelijke personen na te sporen), als bestuurster van een voertuig/motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende,
- meerdere fietsende perso(o)n(en), waaronder een persoon genaamd [slachtoffer 2] , op een of meerdere weg(en) in [plaats] heeft achtervolgd en/of (nadat verdachte die fietsende personen kennelijk uit het oog had verloren) (vervolgens)
- na aanwijzingen daartoe is gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) en/of (vervolgens), ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat die [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) met de door hem/hen bestuurde fiets(en) een aldaar gelegen voetpad/fietspad (dat toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] )) was/waren opgereden, (teneinde aan de achtervolging door verdachte te ontkomen en een veilig heenkomen te zoeken), (vervolgens)
- in plaats van op een normale en veilige wijze verdachtes weg op de voor auto's bestemde rijbaan te vervolgen, toen aldaar, (vervolgens)
- ( met een aanzienlijke snelheid, althans een snelheid die te hoog was voor een veilig verkeer ter plaatse,) met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) dat aldaar gelegen voetpad/fietspad is opgereden en/of (vervolgens)
- die fietsende [slachtoffer 2] en/of een of meerdere andere perso(o)n(en) op dat voetpad/fietspad (verder) heeft achtervolgd en/of (vervolgens)
- ( met (nagenoeg) onverminderde snelheid, althans met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 2] ),
met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) tegen die [slachtoffer 2] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geheel of gedeeltelijk onder dat motorrijtuig (personenauto) terecht is gekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte (voorwaardelijk) opzet heeft gehad, gericht op de dood van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde.

Culpa

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de gedragingen van verdachte vallen onder 'roekeloosheid' zoals bedoeld in artikel 175, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), vervat in het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde.
Van roekeloosheid als bedoeld in art. 6 WVW 1994 in verbinding met art. 175, tweede lid, WVW 1994 is sprake indien zodanige feiten en omstandigheden worden vastgesteld dat daaruit is af te leiden dat door de buitengewoon onvoorzichtige gedragingen van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, alsmede dat de verdachte zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn.
Of sprake is van roekeloosheid in de zin van art. 175 lid 2 WVW 1994 zal afhangen van de specifieke omstandigheden van het geval.
Bij de vraag of sprake is van 'schuld' aan een verkeersongeval in de zin van art. 6 WVW 1994 komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Daarbij komt dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin. Voor de schuldvorm 'roekeloosheid' geldt op zichzelf hetzelfde. Daarbij dient echter te worden betrokken dat deze roekeloosheid in de wetsgeschiedenis als 'zwaarste vorm van het culpose delict' wordt aangemerkt die onder meer tot een verdubbeling van het maximum van de op te leggen vrijheidsstraf heeft geleid.
Mede met het oog op het strafverhogende effect van dit bestanddeel moeten daarom aan de vaststelling dat sprake is van roekeloosheid, als zwaarste vorm van schuld, grenzend aan opzet, bepaaldelijk eisen worden gesteld.
Het hof stelt op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting de volgende feiten vast.
In de avond van 10 augustus 2014 had een groepje jongens de hond van verdachte lastig gevallen. Verdachte was hierdoor geïrriteerd geraakt en wilde de jongens erop aanspreken. Zij is in haar auto gestapt en is in de richting van de jongens gereden. Eenmaal ter plekke bleek dat de jongens al weggefietst waren. Verdachte is daarna in haar auto op zoek gegaan naar de jongens.
Uit de verklaring van verdachte en de verklaringen van de kinderen die zij heeft aangesproken bij het schoolplein en op [adres 2] in [plaats] , blijkt niet van bijzonder rijgedag van verdachte. Weliswaar wordt verklaard dat verdachte met verhoogde snelheid zou hebben gereden, maar die verklaringen acht het hof onvoldoende nu het veelal inschattingen betreft die niet objectiveerbaar zijn, terwijl bovendien uit andere verklaringen kan worden afgeleid dat verdachte op normale wijze door het dorp reed.
Nadat de aangesproken kinderen verdachte vertelden dat de jongens bij de sporthal waren, is zij naar de sporthal ' [naam] ' aan [adres 1] gereden. Daar trof zij de jongens aan.
Op grond van de stukken kan niet worden vastgesteld dat verdachte in deze fase van de gebeurtenissen, al dan niet onder invloed van haar gemoedstoestand - zij was geïrriteerd toen zij in de auto stapte -, roekeloos dan wel zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend rijgedrag heeft vertoond.
Toen zij aan kwam rijden bij de sporthal, fietsten de jongens weg via een naast de sporthal gelegen pad. Het pad was bij de aansluiting met [adres 1] ingericht als een in-/uitrit met een breedte van 3,2 meter. Enkele tientallen meters verderop versmalde het pad naar 1,8 meter. Het pad bestond uit trottoirtegels en werd blijkens getuigenverklaringen door voertuigen gebruikt voor de bevoorrading van de sporthal.
Verdachte is achter de jongens aan gereden, over het hiervoor beschreven pad.
In het dossier bevinden zich getuigenverklaringen die betrekking hebben op verdachtes rijgedrag op dit pad, kort voor de aanrijding, maar het hof acht ook deze verklaringen onvoldoende om uitspraken te kunnen doen over de snelheid waarmee verdachte over het pad heeft gereden. De enkele omstandigheid dat door getuigen is gehoord dat de motor veel toeren draaide is op voorhand niet redengevend voor een hoge snelheid, terwijl het hof het - gelet op de korte afstand waarop verdachte over het pad is gereden - niet aannemelijk acht dat verdachte - zoals door getuigen verklaard - nog één of twee maal heeft opgeschakeld. Daarom gaat het hof bij de vaststelling van de door verdachte gereden snelheid en de toedracht van het ongeval uit van de bevindingen in de VerkeersOngevallenAnalyse (VOA). Nu niet vast kan worden gesteld dat verdachte voor de aanrijding heeft geremd, moet blijkens de VOA worden uitgegaan van een snelheid die waarschijnlijk heeft gelegen tussen 18 en 27 km/u.
Het hof stelt vast dat uit de stukken blijkt dat verdachte achter de jongens is aangereden. De door verdachte gereden snelheid was weliswaar niet hoog, maar wel zodanig dat zij op het groepje wegfietsende jongens is ingelopen. Zij heeft uiteindelijk op een te korte afstand van de achterhoede van het groepje jongens gereden en ze is de daar fietsende [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dicht genaderd. Zij kon haar auto niet op tijd tot stilstand brengen en er heeft vervolgens een ongeval plaatsgevonden. Verdachte is met haar auto tegen een lantaarnpaal en de fiets van [slachtoffer 1] gebotst. [slachtoffer 1] kwam ten gevolge van de botsing ten val en is met zijn hoofd in aanraking gekomen met de lantaarnpaal. Hij is ernstig gewond geraakt. Onduidelijk is gebleven of [slachtoffer 2] voorafgaand aan de aanrijding zelf ten val is gekomen, dan wel dat verdachte ook zijn fiets heeft geraakt. Vast staat evenwel dat verdachte zodanig dicht op [slachtoffer 2] heeft gereden dat zij, ook na een eventuele voorafgaande val, niet heeft kunnen voorkomen dat hij onder haar auto terecht is gekomen.
Alhoewel uit het dossier niet blijkt dat het pad waarop verdachte met haar auto reed voor gemotoriseerd verkeer was afgesloten, had de wijze waarop dit pad zich aan verdachte als verkeersdeelnemer presenteert, een en ander zoals hiervoor beschreven, haar tot extra voorzichtigheid en waakzaamheid moeten nopen.
De hierboven vastgestelde omstandigheden leiden volgens het hof tot het oordeel dat de verdachte 'aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend' heeft gereden, maar zijn niet toereikend voor het oordeel dat de verdachte 'roekeloos' danwel ‘zeer onvoorzichtig en/of onoplettend in voornoemde zin heeft gereden. Daarom wordt verdachte van deze ten laste gelegde vormen van schuld vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 meer subsidiair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. meer subsidiair:
zij op 10 augustus 2014
te [plaats] , in de gemeente [gemeente] ,
als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurster van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg [adres 1] en een nabij gelegen pad dat toegang geeft tot een terrein rond een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] ), zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
immers heeft/is verdachte met dat door haar bestuurde motorrijtuig (personenauto) aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
- gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) aldaar, en vervolgens, ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat [slachtoffer 1] en andere personen als bestuurders van hun fietsen een aldaar gelegen pad dat toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] ) waren opgereden, vervolgens
- met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) dat pad opgereden en vervolgens
- met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 1] ,
met dat motorrijtuig (personenauto) tegen die [slachtoffer 1] en de door hem bestuurde fiets en een aldaar aanwezige lantaarnpaal aangereden/opgebotst,
ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] door de lucht vloog en vervolgens onder meer met zijn hoofd op dat pad terecht is gekomen, en die [slachtoffer 1] met zijn hoofd tegen (een deel van) die lantaarnpaal is terechtgekomen,
waardoor een ander, genaamd [slachtoffer 1] , zwaar lichamelijk letsel, te weten schedelfracturen en een fractuur van de wand van een oogkas en een fractuur van de buitenste wand van de linker neusbijholte en een bloeding tussen de schedelbot en de harde hersenvlies en bloedingen in het overgangsgebied van een deel van de hersenstam en bloedingen en kneuzingen van het hersenweefsel en een bloeding rond de linker oogzenuw, waardoor een (mogelijk blijvende) visusbeperking van het linker oog is ontstaan, werd toegebracht;
2 meer subsidiair:
zij op 10 augustus 2014
te [plaats] , in de gemeente [gemeente] ,
als bestuurster van een voertuig/motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende,
- is gereden in de richting van de sporthal ( [naam] ) en vervolgens, ter hoogte van de weg, [adres 1] , aldaar, nadat die [slachtoffer 2] en andere personen met de door hen bestuurde fietsen een aldaar gelegen pad dat toegang geeft tot een terrein bij een aldaar aanwezige sporthal ( [naam] ) waren opgereden, vervolgens
- met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) dat aldaar gelegen pad is opgereden en vervolgens
- met een snelheid die hoger was dan de snelheid van die vóór verdachte fietsende [slachtoffer 2] ,
met dat door verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) tegen die [slachtoffer 2] en/of de door hem bestuurde fiets en/of een aldaar aanwezige lantaarnpaal is aangereden,
door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Het onder 2 meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.
Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat er geen sprake is van een voortgezette handeling in de zin van artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat een voortgezette handeling alleen uit de vereniging van meerdere gelijksoortige feiten kan ontstaan. Ook in de jurisprudentie wordt een gelijksoortigheid van handelingen vereist. Daarvan is in deze zaak geen sprake.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Op 10 augustus 2014 heeft verdachte in [plaats] een verkeersongeval veroorzaakt, met ernstige gevolgen. Een groepje jongens viel de hond van verdachte lastig. Verdachte wilde de jongens aanspreken op hun gedrag en heeft in haar auto de jongens opgezocht. Toen de jongens het pad naast de sporthal in fietsten, reed verdachte achter hen aan. Zij is tegen een lantaarnpaal aan gereden en heeft de fiets van de veertienjarige [slachtoffer 1] geraakt. [slachtoffer 1] is daardoor ten val gekomen. Hij is met zijn hoofd tegen de lantaarnpaal en op de grond gekomen en heeft daarbij zwaar lichamelijk letsel opgelopen. De eveneens veertienjarige [slachtoffer 2] is met zijn fiets onder de auto van verdachte terechtgekomen. Omdat de auto van verdachte echter werd opgetild door de omvergereden lantaarnpaal, is Sander slechts licht gewond geraakt.
Verdachte heeft de slachtoffers en hun ouders groot leed berokkend. Uit de ter zitting van het hof voorgelezen slachtofferverklaring van [slachtoffer 2] blijkt dat hij nog steeds de gevolgen van het door verdachte begane feit ondervindt. Ook in het dorp [plaats] heeft dit feit tot veel beroering geleid.
Het hof heeft bij de straftoemeting een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 30 mei 2016 in aanmerking genomen. Daaruit is gebleken dat verdachte niet eerder ter zake van soortgelijke strafbare feiten onherroepelijk tot een straf of maatregel is veroordeeld.
Daarnaast is kennis genomen van het omtrent verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport van 20 november 2014, het psychologisch rapport van 18 november 2014 en verdachtes persoonlijke omstandigheden, voor zover daarvan ter zitting van het hof is gebleken.
Nu het hof - in tegenstelling tot de advocaat-generaal - roekeloosheid niet bewezen acht, maar een lichtere vorm van schuld, zal het hof een andere straf opleggen dan gevorderd.
Het hof acht voor het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met een proeftijd voor de duur van 2 jaren en een taakstraf van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis en een rijontzegging voor de duur van 1 jaar passend en geboden.
Ten aanzien van het onder 2 meer subsidiair bewezen verklaarde acht het hof een taakstraf van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis en een rijontzegging voor de duur van 1 jaar passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 62 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 6, 175, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair en 2 meer subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Ten aanzien van het onder in de zaak met parketnummer 18-730317-14 onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
1 (één) jaar.
Ten aanzien van het onder 2 meer subsidiair bewezen verklaarde
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 2 meer subsidiair bewezen verklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
1 (één) jaar.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. J.J. Beswerda, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. P.W.J. Sekeris, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 30 juni 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.