Uitspraak
19 januari 2016
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Almelo(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Stichting [X] tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen naheffingsaanslagen in de loonheffingen en boetebeschikkingen ongegrond verklaarde. De Inspecteur had aan belanghebbende over de jaren 2011 en 2012 naheffingsaanslagen opgelegd, omdat niet voldaan zou zijn aan de voorwaarden voor de afdrachtvermindering onderwijs. Belanghebbende, die zich bezighoudt met het opleiden van schilders, claimde deze afdrachtvermindering voor werknemers die scholing volgden om op startkwalificatieniveau te komen. De Inspecteur stelde dat belanghebbende niet beschikte over de vereiste 'Verklaring werkloze' van het UWV, wat een voorwaarde is voor het verkrijgen van de afdrachtvermindering.
Tijdens de zitting van het Hof werd het geschil besproken, waarbij belanghebbende aanvoerde dat de Inspecteur in eerdere communicatie had aangegeven dat het UWV bereid was om aanvragen met terugwerkende kracht te beoordelen, mits de Inspecteur schriftelijk bevestigde dat hij akkoord ging. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur niet open kaart had gespeeld en dat de toezeggingen van de Inspecteur de beslissing van het UWV negatief hadden beïnvloed. Het Hof concludeerde dat de afdrachtvermindering onderwijs ten onrechte was geweigerd en dat de naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen vernietigd moesten worden. Het hoger beroep van belanghebbende werd gegrond verklaard, en de kosten van het hoger beroep werden toegewezen aan de Inspecteur.