Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling van de grieven en de vordering
“Cliënt vertelt dat hij werkt als monteur in het bedrijf van zijn ouders. Hij vertelt dat hij 20 uur per week werkt. Cliënt vertelt mij dat hij alleen als monteur wil werken. Ik begrijp van hem dat hij nooit in aangepast werk geprobeerd heeft om hele dagen te werken. (…) Cliënt vertelt dat hij last krijgt van pijn in de enkel als hij hele dagen moet werken als monteur omdat hij dan hele dagen moet staan en lopen.”Onder 3.1 Beschouwing:
“Cliënt heeft in het verleden zijn linkerenkel gebroken bij een brommerongeval. Hij claimt vanaf de datum dat hij hersteld gemeld is, dat is 17-01-2001, tot op heden last te hebben van pijn als hij de hele dag staat en loopt. Hij claimt daardoor geen hele dagen maar wel 20 uur per week te kunnen werken. Ik ben het slechts voor een deel met cliënt eens. (…) Vanwege de pijnklachten … , zijn er wel argumenten om beperkingen aan te nemen voor heel lang staan en heel veel lopen. Ik heb geen argumenten om een duurbeperking aan te nemen.”Onder 4 Conclusie: “
Er is bij cliënt sprake van een vermindering van de benutbare mogelijkheden ten aanzien van het kunnen verrichten van arbeid, als rechtstreeks en objectiveerbaar gevolg van ziekte en/of gebrek.”En onder 5 Planning:
“De casus wordt overgedragen aan de arbeidsdeskundige. Ter attentie van de procesbegeleider: er is geen medische reden waarom cliënt niet eerder een WAO uitkering heeft kunnen aanvragen. (…) Uit het dossier wordt niet duidelijk waarom cliënt destijds niet volledig heeft hervat in aangepast werk …”.
“Klant heeft lang gedaan over zijn opleiding tot 2e monteur. Hij is voor de helft van het gebruikelijke aantal weekuren in dienst van zijn ouders als automonteur. Dit werk kan hij niet gedurende hele dagen doen. Hij is echter wel in staat om volledige dagen te werken indien het staan en lopen beperkt wordt tot totaal 4 uur per dag. Klant heeft daar tot nu toe niet veel zin in gehad omdat hij als monteur wil werken. Hij is echter geschikt voor licht zittend werk. Te denken valt hierbij aan chauffeurswerk, productiewerk, koerier, portier, onderhoudsman.”Onder 2.3.1 Aard en omvang van het bedrijf:
“Werkgever zijn vader en moeder van dhr. [appellant] . Het betreft een onderhoudsgarage als familiebedrijf. De heer [appellant] is de enige werknemer van zijn ouders. Er is de laatste tijd niet veel werk door economische omstandigheden. Dhr. [appellant] zou op enig moment graag het bedrijf van zijn ouders overnemen.”Onder 2.4 Vaststelling theoretische verdiencapaciteit:
“Na raadpleging van het Claim Beoordeling en Borging Systeem (CBBS) stel ik vast dat klant, gezien de krachten, bekwaamheden, opleiding en arbeidsverleden, geschikt is voor de volgende functies…”(de arbeidsdeskundige noemt onder meer graafmachinebestuurder, laadschopbestuurder en besteller post/postpakketten; verder zijn er nog enkele andere functies mogelijk).
Deze functies zijn geduid uit de volgende arbeidsdeskundige overwegingen: Het betreft functies waarin gedurende dag opgeteld niet meer dan 4 uur per dag in totaal sprake is van staan of lopen en deze functies voldoen hiermee aan de voorwaarden die door de verzekeringsarts zijn gesteld.”Onder 2.5 Overleg met de verzekeringsarts:
“Op 17-05-2013 vond vooroverleg plaats met arts W. Winkel. Hierbij is besproken dat de verzekeringsarts van mening is dat er geen enkele reden zou zijn waarom dhr. [appellant] niet hele dagen zou kunnen werken indien het werk passend is. Daarbij zijn er vele mogelijkheden te bedenken en 20 uur bij de ouders blijven werken is niet noodzakelijk de beste oplossing om financieel zelfstandig te worden zoals dhr. [appellant] graag zou doen.”
“Ik was een beetje aan het hatseflatsen al die tijd. Ik had geen zekerheid met het weinige werken en de afhankelijkheid van mijn ouders. (…) Zij hadden achteraf gezien wel wat strenger voor mij mogen zijn.”Hij heeft al die jaren, in ieder geval tot 2013, bij zijn ouders thuis gewoond en is al die jaren financieel ondersteund door zijn ouders. Hij heeft wisselend gewerkt van 20 tot 30 uur per week en soms werkte hij een week niet. Toen hij 20 uur per week ging werken kreeg hij ook minder salaris, maar als het geld op was kreeg hij wat geld toegestopt om de maand mee door te komen. Hij heeft nimmer gedacht om een ander vak te leren, omdat auto’s zijn passie zijn. Op dit moment wordt het bedrijf nog steeds geleid door zijn ouders; hij zou het bedrijf graag willen overnemen. Het door het UWV voorgestelde reïntegratietraject is niet opgepakt door [appellant] , omdat hij het bedrijf van zijn vader wil overnemen en dat niet wil laten gaan. Als hij het bedrijf van zijn vader wil overnemen moet hij een bedrag aan zijn vader betalen, aldus nog steeds [appellant] .
“Behoudens de brief van de Eerste Hulp en van de chirurg heb ik geen medische informatie. Ook van het verdere beloop noch van de verdere behandeling door de chirurg heb ik informatie gekregen, Ik heb hem na die tijd ook niet meer gezien. Hij heeft geen contact met mij opgenomen ….”
“Op 14 augustus 2001 heb ik hem opnieuw gezien, hij zwikte nog regelmatig door de enkel, uitte enige ontevredenheid over de chirurg, zei het komt vast niet helemaal goed (…) Ik heb toen een briefje aan de chirurg Dieben geschreven, met de vraagstelling of de osteosynthese eruit moest, of hij naar de orthopeed verwezen zou moeten worden, danwel weer opnieuw fysiotherapie zou moeten hebben. Daarna heb ik noch van de heer [appellant] noch van de chirurg bericht ontvangen….”.