Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst Midden en Kleinbedrijf Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 juni 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 1 oktober 2013. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, nadat de Inspecteur van de Belastingdienst Midden en Kleinbedrijf Leeuwarden het bezwaar van belanghebbende tegen een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) niet-ontvankelijk had verklaard wegens termijnoverschrijding. De aanslag was opgelegd voor het jaar 2004, met een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 50.000 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 420. De Inspecteur had ook een verzuimboete opgelegd van € 113 en heffingsrente berekend van € 1.350.
Belanghebbende heeft in hoger beroep betoogd dat de Inspecteur ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het Hof heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt en dat deze termijn op 1 november 2006 is aangevangen. Het bezwaarschrift van belanghebbende, gedateerd op 3 juni 2011, is pas op 7 juni 2011 door de Inspecteur ontvangen, wat ruim na de deadline was. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er eerder een bezwaarschrift was ingediend en dat er geen omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken.
Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet toegewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.