Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 6 maart 2012 tot en met 7 maart 2012 te Ermelo en
/ofWageningen,
in ieder geval in Nederlandmet het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of bedreiging met smaadschrift en/of bedreiging met openbaar maken van een geheim [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van
goederen en/ofgeld,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,welke bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of het openbaar maken van een geheim hierin bestond
(en)dat hij heeft gedreigd aangifte te doen van ontucht met een minderjarige tegen aangever tenzij hij een geldbedrag (totaal
ongeveer60 euro) over zou maken aan verdachte;
of omstreeksde periode van 26 oktober 2010 tot en met 9 december 2010 te Kampen en
/ofWageningen,
in ieder geval in Nederlandmet het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of bedreiging met smaadschrift en/of bedreiging met openbaar maken van een geheim [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van
goederen en/ofgeld,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,welke bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of het openbaar maken van een geheim hierin bestond
(en)dat hij heeft gedreigd aangifte te doen van ontucht met een minderjarige tegen aangever tenzij hij een geldbedrag (totaal ongeveer 1.800,- euro) over zou maken aan verdachte;
of omstreeksde periode van 13 juni 2011 tot en met 16 juni 2011 te Kampen en
/ofWageningen,
in ieder geval in Nederland,ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf
(telkens)met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of bedreiging met smaadschrift en/of bedreiging met openbaar maken van een geheim [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van
goederen en/ofgeld,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of het openbaar maken van een geheim hierin bestond
(en)dat hij heeft gedreigd aangifte te doen van ontucht met een minderjarige tegen aangever tenzij hij een geldbedrag (totaal ongeveer 2.000,- euro) over zou maken aan verdachte, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeksde periode van 16 maart 2011 tot en met 12 juli 2011 te Ermelo en
/ofWageningen,
in ieder geval in Nederlandmet het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of bedreiging met smaadschrift en/of bedreiging met openbaar maken van een geheim [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van
goederen en/ofgeld,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende [slachtoffer 4] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,welke bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of het openbaar maken van een geheim hierin bestond
(en)dat hij heeft gedreigd aangifte te doen van ontucht met een minderjarige tegen aangever tenzij hij een geldbedrag (totaal ongeveer 27.572,- euro) over zou maken aan verdachte.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
afdreiging;
poging tot afdreiging.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat veroordeelde zich gedurende de proeftijd houdt aan de aanwijzingen te geven door of namens de Reclassering Nederland, ook als die aanwijzingen inhouden dat de veroordeelde zich psychologisch en/of psychiatrisch laat onderzoeken en, indien aangewezen, een ambulante behandeling volgt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 560,00 (vijfhonderdzestig euro) bestaande uit € 60,00 (zestig euro) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 560,00 (vijfhonderdzestig euro) bestaande uit € 60,00 (zestig euro) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
11 (elf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
€ 28.918,09 (achtentwintigduizend negenhonderdachttien euro en negen cent) bestaande uit € 27.668,09 (zevenentwintigduizend zeshonderdachtenzestig euro en negen cent) materiële schade en € 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 28.918,09 (achtentwintigduizend negenhonderdachttien euro en negen cent) bestaande uit € 27.668,09 (zevenentwintigduizend zeshonderdachtenzestig euro en negen cent) materiële schade en € 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
179 (honderdnegenenzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.