Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de indeling van [X] B.V. in de juiste sector voor sociale verzekeringen. De belanghebbende, een dagrecreatiepark, verzocht om indeling in sector 35 (Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen), maar de Inspecteur van de Belastingdienst had dit verzoek afgewezen en de indeling in sector 54 (Culturele instellingen) gehandhaafd. De belanghebbende stelde dat haar activiteiten voornamelijk gericht zijn op de exploitatie van een speeltuin met zwembad, en dat zij daarom recht heeft op indeling in sector 35. De Inspecteur betwistte dit en stelde dat de activiteiten van belanghebbende niet in de bijlage van de Regeling Wfsv zijn vermeld.
Tijdens de zitting op 12 januari 2016 werd de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van de belanghebbende en de Inspecteur aanwezig waren. Het Hof oordeelde dat de maatschappelijke functie van het dagrecreatiepark verschilt van die van een speeltuin, en dat de belanghebbende in en na 2008 niet meer als een speeltuin kan worden aangemerkt. Het Hof concludeerde dat de indeling in sector 54 het meest passend is, gezien de aard van de activiteiten van de belanghebbende, die meer overeenkomen met die van attractieparken die vaak op kermissen voorkomen.
De uitspraak van het Hof bevestigde de beslissing van de Inspecteur en verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. De kosten van de procedure werden niet aan een van de partijen opgelegd. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.