Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM- LEEUWARDEN
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
Datum uit dienst 09-08-2015.
“Zijn dienstverband is nog niet beëindigd zoals u terecht heeft aangegeven”.
Datum uit dienst 09-08-2015.
4.De verzoeken in hoger beroep en de beoordeling daarvan
Datum uit dienst 09-08-2015”aan [verzoeker] te zenden, de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd.
Datum uit dienst, gevolgd door een datum, niet als een dergelijke wilsuiting te beschouwen. Dat [geïntimeerde] ook niet de intentie had de arbeidsovereenkomst op te zeggen, blijkt uit haar brief van 5 oktober 2015 aan de (toenmalige) gemachtigde van [verzoeker] en uit het verweer dat zij in eerste aanleg en in hoger beroep heeft gevoerd. Voor zover [verzoeker] onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 3:35 BW zou willen betogen dat [geïntimeerde] geen beroep kan doen op het ontbreken van de wil om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, gaat dit betoog niet op. [verzoeker] heeft er niet gerechtvaardigd op vertrouwd dat het wel om een opzegging ging. In de brief van 24 september 2015 van zijn (toenmalige) gemachtigde aan [geïntimeerde] staat immers uitdrukkelijk dat er
“geen opzegging (heeft) plaatsgevonden”. [verzoeker] geeft hiermee aan dat hij het toezenden van de salarisafrekening met daarop de hiervoor aangehaalde woorden destijds niet heeft opgevat als een verklaring, gericht op het beëindigen van het dienstverband.
Datum uit dienst 09-08-2015”staan vermeld, niet voort dat [geïntimeerde] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Ook als, zoals [verzoeker] stelt en [geïntimeerde] betwist, de heer [A.] naar aanleiding van een vraag van [verzoeker] zou hebben bevestigd dat het dienstverband op die datum zou zijn geëindigd, kan naar het oordeel van het hof niet worden gesproken van ernstig verwijtbaar handelen van [geïntimeerde]. Dit betekent dat het verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding zal worden afgewezen. Het verzoek om [geïntimeerde] te veroordelen de transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 BW te voldoen, is om dezelfde reden niet toewijsbaar, zoals volgt uit artikel 7:673 lid 1 aanhef en sub b onder 2 BW.