Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
gevestigd te Haarlem,
1.[geïntimeerde sub 1],wonende te [plaatsnaam],
[geïntimeerde sub 2],
gevestigd te [plaatsnaam],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een vrijwaringsprocedure tussen Groza B.V. en een notaris. Groza B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Velsink, was appellante in het principaal hoger beroep en geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep. De notaris, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Knottenbelt, was in eerste aanleg eiser in vrijwaring. De zaak volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem en Gelderland, die op 23 januari, 17 april, 2 oktober en 11 december 2013 waren gewezen. In het tussenarrest van 23 februari 2016 heeft het hof de partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de gevolgen van een eerder arrest van 15 december 2015 voor de vrijwaringszaak. Dit eerdere arrest had geleid tot de afwijzing van de vorderingen van een derde persoon, wat volgens Groza de grond voor de vorderingen van de notaris deed vervallen. De notaris stelde echter dat Groza geen belang meer had bij de voortzetting van het appel, aangezien de derde persoon geen cassatie had ingesteld. Het hof oordeelde dat Groza nog wel belang had bij een beslissing om vernietiging van de eerdere vonnissen te verkrijgen. Uiteindelijk heeft het hof de vordering in de vrijwaringsprocedure afgewezen, omdat deze afhankelijk was van de vordering in de hoofdzaak, die was afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kon worden beschouwd. Het arrest werd uitgesproken op 14 juni 2016.