ECLI:NL:GHARL:2016:4714

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 juni 2016
Publicatiedatum
14 juni 2016
Zaaknummer
200.142.066
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van eerdere vonnissen in vrijwaringsprocedure met proceskostencompensatie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een vrijwaringsprocedure tussen Groza B.V. en een notaris. Groza B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Velsink, was appellante in het principaal hoger beroep en geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep. De notaris, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Knottenbelt, was in eerste aanleg eiser in vrijwaring. De zaak volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem en Gelderland, die op 23 januari, 17 april, 2 oktober en 11 december 2013 waren gewezen. In het tussenarrest van 23 februari 2016 heeft het hof de partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de gevolgen van een eerder arrest van 15 december 2015 voor de vrijwaringszaak. Dit eerdere arrest had geleid tot de afwijzing van de vorderingen van een derde persoon, wat volgens Groza de grond voor de vorderingen van de notaris deed vervallen. De notaris stelde echter dat Groza geen belang meer had bij de voortzetting van het appel, aangezien de derde persoon geen cassatie had ingesteld. Het hof oordeelde dat Groza nog wel belang had bij een beslissing om vernietiging van de eerdere vonnissen te verkrijgen. Uiteindelijk heeft het hof de vordering in de vrijwaringsprocedure afgewezen, omdat deze afhankelijk was van de vordering in de hoofdzaak, die was afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kon worden beschouwd. Het arrest werd uitgesproken op 14 juni 2016.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.142.066
(zaaknummer rechtbank Arnhem/Gelderland 227309)
arrest van 14 juni 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Groza B.V.,
gevestigd te Haarlem,
appellante in het principaal hoger beroep,
geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: gedaagde in vrijwaring,
hierna: Groza,
advocaat: mr. M. Velsink,
tegen:

1.[geïntimeerde sub 1],wonende te [plaatsnaam],

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[geïntimeerde sub 2],
gevestigd te [plaatsnaam],
geïntimeerden in het principaal hoger beroep,
appellanten in het incidenteel hoger beroep,
in eerste aanleg: eisers in vrijwaring,
hierna gezamenlijk: de notaris,
advocaat: mr. D. Knottenbelt.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 23 februari 2016 hier over.
1.2
Het verdere verloop blijkt uit:
- de akte uitlating van Groza;
- de akte van de notaris.
1.3
Vervolgens heeft Groza de aanvullende stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling van de grieven en de vordering

2.1
In het tussenarrest van 23 februari 2016 heeft het hof de zaak naar de rol verwezen om partijen gelegenheid te geven zich uit te laten over de betekenis en gevolgen van het arrest in de hoofdzaak van 15 december 2015 voor de onderhavige vrijwaringszaak. Bij laatstgenoemd arrest zijn de vonnissen van 23 januari 2013, 17 april 2013 en 2 oktober 2013 vernietigd en is de vordering van [de persoon] alsnog afgewezen, met veroordeling van [de persoon] tot terugbetaling van hetgeen de notaris op grond van het eindvonnis aan haar heeft voldaan, en met veroordeling van [de persoon] in de kosten van beide instanties.
2.2
Groza heeft in haar akte aangevoerd dat, nu de vorderingen van [de persoon] integraal zijn afgewezen, daarmee de grond aan de vorderingen van de notaris komt te ontvallen. Zij verzoekt het hof arrest te wijzen en de notaris te veroordelen in de proceskosten van beide instanties. De notaris heeft in zijn akte opgemerkt dat [de persoon] in de hoofdzaak geen cassatie heeft ingesteld. Naar zijn mening heeft Groza daarom geen belang meer bij voortzetting van het appel in de vrijwaringszaak. De notaris is ook akkoord dat het appel in de vrijwaringszaak wordt ingetrokken en dat beide partijen de eigen kosten van het appel dragen.
2.3
Het hof stelt voorop dat Groza nog wel belang heeft bij een beslissing in deze procedure, om vernietiging van de bestreden vonnissen (en de daarin tegen haar uitgesproken veroordelingen, ook inzake de proceskosten) te verkrijgen. Nu de vordering van [de persoon] in de hoofdzaak is afgewezen, dient de vordering in de vrijwaringsprocedure - vanwege het voorwaardelijke karakter van de vrijwaringszaak - eveneens te worden afgewezen.
2.4
Het hof zal de proceskosten in de vrijwaringszaak in beide instanties compenseren, nu het niet tot een inhoudelijke beoordeling van de vordering is gekomen en het belang aan die vordering is ontvallen door de afwijzing van de vordering in de hoofdzaak. Geen van partijen kan in deze zaak als in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt de vonnissen van de rechtbank Arnhem respectievelijk rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem van 23 januari 2013, 17 april 2013, 2 oktober 2013 en 11 december 2013 en doet opnieuw recht;
bepaalt dat iedere partij haar eigen kosten van beide instanties draagt;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.G. ter Veer, D. Stoutjesdijk en H.L. Wattel en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2016.