Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
ambtenaar van de burgerlijke standvan de gemeente Amersfoort,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam van een kind, geboren uit een huwelijk tussen een man en een vrouw die beiden de Marokkaanse nationaliteit bezitten. De man heeft het kind op 16 mei 2013 als ongeboren vrucht erkend en het paar is op 4 maart 2014 in Marokko met elkaar gehuwd. Sinds 27 augustus 2014 hebben zij gezamenlijk het gezag over het kind. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amersfoort heeft het verzoek van de man om de geslachtsnaam van het kind te wijzigen in de geslachtsnaam van de vader afgewezen. Dit leidde tot een rechtszaak bij de rechtbank Midden-Nederland, die op 11 maart 2015 en 17 september 2015 beslissingen nam over het verzoek.
De rechtbank oordeelde dat het Marokkaanse recht van toepassing is op de vaststelling van de geslachtsnaam van het kind, en dat onder dat recht erkenning of wettiging door huwelijk niet mogelijk is. De ouders hebben in hoger beroep gevraagd om de eerdere beslissing te vernietigen en het verzoek alsnog toe te wijzen. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 maart 2016 zijn de ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaat, en is de ambtenaar van de burgerlijke stand vertegenwoordigd door zijn advocaat.
Het hof heeft geoordeeld dat de ouders onvoldoende hebben aangetoond dat het kind geen geldige verblijfstitel kan krijgen zonder een Marokkaans paspoort, en dat de ambtenaar van de burgerlijke stand op basis van het Marokkaanse recht de geslachtsnaam niet kan wijzigen. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het verzoek van de ouders is afgewezen.