ECLI:NL:GHARL:2016:4424
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.S. Koppert
- H.H.M. van Dijk
- F.G. Bauduin
- F.A.M. Bakker
- M.J.M van der Mark
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in strafvervolging wegens strijd met het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte was beschuldigd van woninginbraak, gepleegd op 23 februari 2013, samen met drie anderen. Tijdens de rechtszitting heeft de verdachte bekend betrokken te zijn geweest bij de inbraak. De advocaat-generaal had geëist dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een maand voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van 60 uur. Echter, de raadsman van de verdachte voerde aan dat de vervolging in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, aangezien de medeverdachten van de verdachte niet waren vervolgd en hun zaken waren geseponeerd onder de categorie 'oud feit'.
Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting op 23 mei 2016 gehouden en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof concludeerde dat er sprake was van strijd met het gelijkheidsbeginsel, omdat de verdachte als enige van de vier verdachten was vervolgd. De advocaat-generaal kon niet motiveren waarom de verdachte als enige was vervolgd en het hof oordeelde dat, indien eerder bekend was geweest dat de zaken van de medeverdachten waren geseponeerd, de vervolging van de verdachte waarschijnlijk ook niet had plaatsgevonden.
Daarom heeft het hof het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn strafvervolging. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en deed opnieuw recht, waarbij het belang van het gelijkheidsbeginsel en de zuiverheid van oogmerk zwaarder wogen dan de bekendheid van de verdachte met de feiten in hoger beroep. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met de voorzitter en de raadsheren aanwezig, en werd op dezelfde dag ter openbare terechtzitting uitgesproken.