Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 30 oktober 2013 te Azewijn, gemeente Montferland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (vrachtwagen), daarmede rijdende over de weg, de Meilandsedijk (komende uit de richting 's Heerenberg en gaande in de richting Ulft), roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
hij, op 30 oktober 2013 (op of omstreeks 10.45 uur) te Azewijn, gemeente Montferland, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval op de Meilandsedijk, de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten mevrouw [slachtoffer] ) letsel en/of schade was toegebracht.
Bewijsoverweging feit 1 primair
uitgaand van de hypothese dat dit het geval zou zijn, beschreven wat een bestuurder in dat geval gemerkt zou hebben en had moeten doen. Op basis van de voorhanden zijnde stukken kan naar het oordeel van het hof niet worden vastgesteld op welk moment (vóór, tijdens of na het ongeval) de bladveer is gebroken. Naar het oordeel van het hof doet dit ook niet ter zake, omdat verdachte hoe dan ook niet adequaat heeft gereageerd. Indien de bladveer niet gebroken was toen verdachte in de berm raakte is er sprake van een stuurfout, en daarop volgend inadequaat reageren. Indien de bladveer wel gebroken was op dat moment heeft verdachte niet adequaat gereageerd op de ontstane situatie door de vrachtwagen te sturen zoals hij heeft gedaan. Net als de rechtbank slaat het hof acht op hetgeen de deskundigen Verschuren en Speelziek hebben gerapporteerd. Het feit dat verdachte niet in het bezit was van een vrachtwagenrijbewijs heeft naar het oordeel van het hof -anders dan door de raadsman bepleit- wel degelijk bijgedragen aan het onvoorzichtige rijgedrag.
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks30 oktober 2013 te Azewijn, gemeente Montferland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (vrachtwagen), daarmede rijdende over de weg, de Meilandsedijk (komende uit de richting 's Heerenberg en gaande in de richting Ulft),
roekeloos, in elk gevalzeer
, althans aanmerkelijk,onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
/of
/of
/of
/of
een stuurfout heeft gemaakt, in elk geval niet ofonvoldoende het voertuig (met de bocht mee) naar links heeft gestuurd, en
/of
het/de rechter (voor)wielen van het door hem bestuurde motorrijtuig,
geheel of gedeeltelijkin de, gelet op de rijrichting van verdachte, rechter berm is terechtgekomen, en
/of
, althans een stuurcorrectie heeft gemaakt,en
/of
(meermalen)met het door hem bestuurde voertuig gedeeltelijk in de linker berm en
/ofrechter berm is terecht gekomen, en
/of
/of
/of(vervolgens) is gevallen,
, of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
hij, op 30 oktober 2013 (op of omstreeks 10.45 uur) te Azewijn, gemeente Montferland, als degene die
al dan nietals bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval op de Meilandsedijk, de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist
of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten mevrouw [slachtoffer] ) letsel en
/ofschade was toegebracht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
220 (tweehonderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
110 (honderdtien) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.