Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
:
3.De vordering van [appellant] in hoger beroep
4.De slotsom
€ 894,-(1 punt x tarief II)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding, aangespannen door een werknemer, [appellant], tegen zijn werkgever, Stichting Sportservice Ede (SSE). De werknemer vorderde betaling van 100% van zijn salaris op basis van artikel 22 lid 3 van de CAO Sport, nadat hij zich ziek had gemeld. Het hof oordeelt dat de werknemer geen recht heeft op deze betaling, omdat de CAO en de relevante wetgeving (artikel 7:629 BW) niet in zijn voordeel spreken. De werknemer was in dienst bij SSE sinds 1 januari 2008 en had zich op 25 september 2012 ziek gemeld. De CAO Sport voorziet in een loondoorbetaling van 100% gedurende het eerste ziektejaar en 70% gedurende het tweede jaar. Het hof bevestigt dat SSE vanaf 25 september 2013 70% van het salaris heeft betaald, wat in overeenstemming is met de CAO. De werknemer had eerder in een kort geding al een vordering tot betaling van 100% van zijn salaris verloren. Het hof concludeert dat de werknemer onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn vordering en dat de toezegging van SSE om het salaris weer op 100% te stellen, enkel gold bij re-integratie. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de werknemer in de kosten van het hoger beroep.