Uitspraak
1.[appellant1] ,
[appellant1],
[appellante2],
[appellanten] c.s.,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde1],
Van Dorsten,
[geïntimeerden] c.s.,
1.Het geding in eerste aanleg
Het geding in hoger beroep
dat het uw Gerechtshof moge behagen bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, de vonnissen van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen van 27 maart 2013 en 10 september 2014 in de procedure met rolnummer 130289/HA ZA 11-707 gewezen tussen [appellanten] c.s. en [geïntimeerde1] en Van Dorsten te vernietigen en opnieuw rechtdoende de vorderingen van appellanten alsnog toe te wijzen, de vordering van [geïntimeerde1] af te wijzen en met veroordeling van geïntimeerden in de kosten van de procedure in beide instanties."
dat het Uw Gerechtshof moge behagen bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad te vernietigen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Groningen tussen partijen op 27 maart 2013 gewezen, voor zover de beslissing waarbij aan [appellanten] c.s. een bewijsopdracht is gegeven ook is gegeven in de zaak tussen [appellanten] c.s. en Van Dorsten en opnieuw rechtdoende de bewijsopdracht alleen in de zaak tussen [appellanten] c.s. en [geïntimeerde1] aan [appellanten] c.s. te geven en in de zaak tussen [appellanten] c.s. en Van Dorsten iedere verdere beslissing aan te houden en te bevestigen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Groningen tussen partijen op 10 september 2014 met verbetering en aanvulling van de gronden, één en ander met veroordeling van voorwaardelijk incidenteel geïntimeerden in de kosten van deze procedure in hoger beroep, te vermeerderen met de nakosten, één en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen arrest, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de na(kosten) te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening."
3.De vaststaande feiten
Er moet ons iets van het hart; Namelijk dat wij bij de bezichtiging een aantal gerichte vragen over het huis- en het dak in het bijzonder - hebben gesteld aan u als makelaar. Daar kwam niet uit naar voren dat er mogelijke constructiefouten zijn."
Exterieur; Gevels
Gelet op de in dat opzicht niet weersproken rapportage d.d. 22 februari 2011 van het Bouwkundig Adviesbureau H. Veld is naar het oordeel van de voorzieningenrechter sprake van een gebrek in de zin van artikel 7:17 BW, waarvoor de verkoper heeft in te staan."
Op basis van de onderzoeksresultaten kan het volgende worden geconcludeerd:
Medio oktober 2010 ben ik, samen met [appellant1] en [appellante2] , (..) aanwezig geweest bij een bezichtiging van de woonboerderij aan de [a-straat] 41 te [A] .
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
nietkomen vast te staan, falen de grieven bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing. Verwezen wordt in het bijzonder naar de onderdelen 40 en 85 van de memorie van grieven. Hetzelfde geldt voor de hierna te bespreken stellingen omtrent de aanwezige asbest.
daaronderzoek naar te doen. Van hun stelling dat sprake is van 'het versnipperen van asbestdeeltjes (…) zodra ook maar een handeling wordt verricht zoals (een poging tot) grasmaaien', is bewijs aangeboden. [appellanten] c.s. zullen tot bewijslevering van die stelling worden toegelaten. Elke beslissing ter zake wordt aangehouden.
6.De beslissing
dinsdag 21 juni 2016voor het nemen van een gelijktijdige akte door partijen als bedoeld in rechtsoverweging 5.4;