ECLI:NL:GHARL:2016:3655
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.D.S.L. Bosch
- A.W. Beversluis
- H.J. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Opheffing van ondertoezichtstelling van een minderjarige na beoordeling van de zorgsituatie en ontwikkeling van de ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, [de minderjarige1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder een beschikking van de rechtbank Overijssel van 9 november 2015 aangevochten, waarin de kinderrechter de minderjarige onder toezicht had gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) voor een periode van één jaar. De moeder was van mening dat de ondertoezichtstelling niet nodig was, omdat zij voldoende zorg en hulp accepteerde in een vrijwillig kader.
Het hof heeft de grieven van de moeder gezamenlijk beoordeeld en vastgesteld dat de ondertoezichtstelling op 9 november 2015 gerechtvaardigd was, gezien de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige en de problematiek van de ouders. Echter, na de geboorte van [de minderjarige1] en de inzet van vrijwillige hulpverlening, concludeerde het hof dat de situatie van de ouders verbeterd was en dat de zorg voor de minderjarige voldoende gewaarborgd was in een vrijwillig kader. Het hof heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling op te heffen met ingang van 17 mei 2016.
De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de kinderrechter wordt bekrachtigd voor de periode tot 17 mei 2016, maar dat het verzoek tot ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de periode daarna wordt afgewezen. Het hof heeft benadrukt dat indien de vrijwillige hulpverlening niet voldoende effect heeft, de raad opnieuw kan ingrijpen.