ECLI:NL:GHARL:2016:3591

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 mei 2016
Publicatiedatum
9 mei 2016
Zaaknummer
WAHV 200.175.877e.v. H
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J. van Schuijlenburg
  • M. Kuiper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeslissing inzake niet-ontvankelijkheid hoger beroep door gebrek aan verzendadministratie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 mei 2016 een herstelbeslissing genomen met betrekking tot een eerder arrest van 23 februari 2016, waarin de hoger beroepen van de betrokkene niet-ontvankelijk waren verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkheid was het verzuim van de betrokkene om de gronden van het beroep op te geven. De gemachtigde van de betrokkene, mr. F.J.M. Kobossen, heeft aangevoerd dat hij de brief waarin hij in de gelegenheid werd gesteld om het verzuim te herstellen, niet heeft ontvangen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen deugdelijke verzendadministratie was, waardoor het niet kon worden vastgesteld dat de herstelbrief daadwerkelijk was verzonden.

Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de brieven van 7 januari 2016, waarin de griffier de gemachtigde in de gelegenheid stelde om het verzuim te herstellen. Aangezien de gemachtigde aanvoert dat hij deze brieven niet heeft ontvangen en deze brieven niet aangetekend zijn verzonden, kon het hof niet concluderen dat de brieven daadwerkelijk naar de gemachtigde zijn verzonden. Hierdoor heeft het hof geconcludeerd dat de brieven van 7 januari 2016 niet naar de gemachtigde zijn verzonden.

Op basis van deze overwegingen heeft het hof besloten dat het eerdere arrest van 23 februari 2016 niet in stand kan blijven. Het hof heeft het arrest vervallen verklaard en de griffier opdracht gegeven om de gemachtigde bij aangetekende brief in de gelegenheid te stellen het verzuim te herstellen. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. Kuiper, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

WAHV-nummers 200.175.877, 200.175.879 en 200.175.880
9 mei 2016
CJIB-nummers 177365131, 177519775 en 177369742
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Herstelarrest
op de hoger beroepen tegen de beslissingen
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 16 juli 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats] ,
voor wie als gemachtigde optreedt mr. F.J.M. Kobossen,
kantoorhoudende te Apeldoorn.

Het arrest van het hof

Bij arrest van het hof van 23 februari 2016 zijn de hoger beroepen van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is aangehecht en maakt deel uit van dit arrest.
Beoordeling
1. Naar aanleiding van de ontvangst van voornoemd arrest van het hof heeft de gemachtigde bij brieven van 24 februari 2016 en 7 maart 2016 aan het hof verzocht dat arrest terug te nemen, omdat de brieven van 7 januari 2016, waarbij de griffier van het hof de gemachtigde in de gelegenheid heeft gesteld binnen vier weken na de dagtekening van die brief de gronden van het beroep op te geven, nimmer door de gemachtigde zijn ontvangen.
2. In de dossiers bevinden zich correct geadresseerde en aan de gemachtigde gerichte afschriften van een brief gedateerd 7 januari 2016 van de griffier van het hof, waarin de gemachtigde van de betrokkene in de gelegenheid wordt gesteld om het verzuim de gronden van het beroep op te geven te herstellen. Nu de gemachtigde aanvoert dat hij voornoemde brieven niet heeft ontvangen en voornoemde brieven niet aangetekend zijn verzonden, kan het hof - mede in het licht van het ontbreken van een deugdelijke verzendadministratie - niet vaststellen dat de brieven daadwerkelijk zijn verzonden naar de gemachtigde. Het hof moet er daarom vanuit gaan dat de brieven van 7 januari 2016 niet naar de gemachtigde zijn verzonden.
3. Gelet hierop kan het arrest van het hof van 23 februari 2016 niet in stand blijven. Het hof zal daarom het arrest vervallen verklaren en de griffier van het hof opdracht geven de gemachtigde bij aangetekende brief in de gelegenheid te stellen het verzuim de gronden van het beroep op te geven te herstellen.

Beslissing

Het gerechtshof:
verklaart het arrest van het hof van 23 februari 2016 vervallen;
geeft de griffier opdracht als hiervoor vermeld.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Kuiper als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.